‘Veel cliënten voedselbank in problemen door bureaucratie’

DIDAM – Vrijdagmiddag twee uur. Er staat al een rij wachtende voor het uitgiftepunt van de Voedselbank Montferland in Didam. Amir sluit netjes achteraan. Twee tassen in de hand, één voor de diepvriesartikelen en één voor de overige boodschappen. Als hij aan de beurt is, tekent Amir een formulier en krijgt hij zijn wekelijkse voedselpakket uitgereikt.

Amir gaat elke week naar de voedselbank, waar hij twee tassen vol producten krijgt om de hele week van te eten. Wegens privacyredenen zijn de namen van Amir en de vrijwilliger gefingeerd.
Amir gaat elke week naar de voedselbank, waar hij twee tassen vol producten krijgt om de hele week van te eten. Wegens privacyredenen zijn de namen van Amir en de vrijwilliger gefingeerd.

Zo gaat dat nu al zes weken. Amir vluchtte naar Nederland om een nieuw bestaan op te bouwen, maar inmiddels voelt hij zich hier een ongewenste bedelaar. Hij is één van de velen die buiten zijn schuld om in de financiële problemen is geraakt en noodgedwongen gebruik moet maken van de diensten van de voedselbank.

“Ik ben vorig jaar juni vanuit Iran naar Nederland gevlucht”, zegt hij. “Op basis van mijn vluchtverhaal kreeg ik hier een verblijfsvergunning.” Na een paar maanden in een asielzoekerscentrum in Nijmegen te hebben verbleven, wordt hem in december een appartement in Didam toegewezen. Dan maakt Amir echter kennis met de Nederlandse bureaucratie en beginnen de problemen.

Toeslag
“Voor mijn appartement moet ik 514 euro per maand betalen”, vertelt hij. “Met een netto uitkering van 855 euro per maand heb ik recht op huurtoeslag. Daar wacht ik nu al tien maanden op.” Ook de aangevraagde zorgtoeslag wordt in eerste instantie afgewezen. Maar ondertussen wordt er wel maandelijks zoveel geld aan vaste lasten van zijn bankrekening geschreven dat er niets meer overblijft om van te leven.

“Hij kwam bijna 50 euro per maand tekort om alle vaste lasten te kunnen betalen”, weet een vrijwilliger van Welcom, die hem wekelijks helpt bij zijn administratie. De eerste maanden leent Amir daarom geld van vrienden en familie en geeft Welcom hem elke week 50 euro om zijn boodschappen van te betalen.

Eind juli komt er eindelijk een beschikking en maakte de belastingdienst de zorgtoeslag van zeven maanden alsnog over. “Vervolgens kreeg hij dus geen geld meer van Welcom, omdat hij daar geen recht meer op had”, vertelt de vrijwilliger. “Maar er kwam wel een uitgestelde energienota. Daardoor hield hij nog minder dan 7,50 euro per dag over voor eten, drinken, kleding en vervoer.”

Inkomensondersteuning
Amir doet bij de gemeente daarom een beroep op inkomensondersteuning. Maar ook dit verzoek wordt afgewezen. Hij voldoet ‘slechts’ aan zeven van de acht voorwaarden om voor de ondersteuning in aanmerking te komen. “Deze voorwaarde is dat de aanvrager de laatste drie jaar minder inkomen gehad moet hebben dan 105 procent van zijn bijstandsuitkering. Maar Amir is pas een jaar in Nederland….”

Dus ziet Welcom zich genoodzaakt om tijdelijk voedselondersteuning voor hem aan te vragen. Dit was echter niet nodig geweest als hij op tijd zijn geld had gekregen en daarmee zijn rekeningen had kunnen betalen.

“Na tien maanden ontvangt hij nu eindelijk de huurtoeslag waar hij recht op heeft en kan hij zijn schulden afbetalen. Binnenkort is hij dus niet meer afhankelijk van de voedselbank”, zegt zijn hulpverlener. Helaas geldt dat niet voor veel andere cliënten, die net als Amir slachtoffer van de Nederlandse bureaucratie zijn geworden. “Zij zitten buiten hun schuld om nog dieper in de schulden. Goed dus dat er een voedselbank is.”