Joep’s beslommeringen: Een koopje

Het is bijna weer kerstmis en dat feest wordt in ons huis altijd uitbundig gevierd. Het kerstgevoel begint al zodra het baasje de kerstboom gaat optuigen. Een taak die volgens hem enige vaardigheid behoeft en die moet gebeuren volgens een vast patroon.

Zodra de boom in huis is geplaatst en de kerstspullen van zolder zijn gehaald, worden eerst de kerstlampjes getest of deze het allemaal nog wel doen. Dan begint het ontrafelen van de kluwen van tweehonderd lampjes die het vrouwtje een jaar geleden nog heeft gekocht voor de schappelijke prijs van negen euro vijf en negentig. Aangezien bij het afbreken van de boom van afgelopen jaar de lampjes behoorlijk in de war zijn gekomen, blijkt het ontrafelen van deze kluwen een lastige hindernis die tot grote ergernis van het baasje steeds ingewikkelder wordt.

Na een klein half uurtje geworsteld te hebben, waarbij enkele vloeken en godslasteringen door het huis worden geslingerd, geeft hij het op en duwt hij de lampjes bij het vrouwtje in de handen met de woorden dat zij deze geweldige aanbieding zelf maar in de boom moet hangen.

Om even af te koelen, gaat hij naar buiten om een wandeling te maken. Na een stevig uurtje komt hij terug en stralen hem tweehonderd lampjes schitterend tegemoet. Bewonderd kijkt hij het vrouwtje aan, wiens gezicht al net zo straalt als de lampjes die in de boom hangen. Als hij vraagt hoe zij dat voor elkaar gekregen heeft, zegt zij dat haar dit ook niet is gelukt en dat zij naar de winkel is gegaan om nieuwe te kopen. Vol trots laat zij weten dat zij deze keer zelfs een betere deal heeft weten te sluiten dan afgelopen jaar en zij voor slechts zeven euro vijf en zestig een set van tweehonderd lampjes heeft weten te bemachtigen. Een koopje! Dat er voor negen euro vijf en negentig in de vuilnisbak is gegooid, daar wordt door haar niet meer over gesproken.