DIDAM – Viert Didam ook in de toekomst haar schuttersfeest nog traditioneel in het eerste weekend van de bouwvak? Of wordt het jaarlijkse evenement verplaatst naar een andere datum? Met die vraag worstelen de zeven lokale schutterijen al ruim drie jaar. Een enquête onder de leden moet nu uitkomst bieden.
Op woensdagavond 18 december versturen de secretarissen van alle zeven schutterijen uit Didam, Nieuw-Dijk en Loil gezamenlijk de enquête per mail naar hun leden. Schutters zonder mailadres of met meerdere leden op één adres krijgen de enquête vervolgens zo snel mogelijk op papier in de brievenbus.
“We willen graag de mening van onze achterban peilen om zo meer richting te geven aan de discussie over de datum”, zegt Bas Loeters, secretaris van schutterij Sint Isidorus Oud-Dijk. “De besturen van de zeven Didamse schutterijen zijn hierover al sinds september 2016 met elkaar in gesprek, maar we komen er niet uit. Wat voor de één een oplossing is, kan voor een andere vereniging juist weer een probleem opleveren. Dat geeft onrust.”
Muziek
Zo heeft een aantal verenigingen al jaren problemen om voor het schuttersfeest muziek op de weg te krijgen. Schutterij Wilhelmina heeft geen ‘eigen’ muzikanten en moet een muziekvereniging van buiten Didam inhuren. Datzelfde geldt voor Sint Isidorus, die wel muzikanten heeft, maar een extra korps mee laat lopen tijdens het schuttersfeest om de stoet op te luisteren. Loeters: “En die is lastig te vinden middenin de vakantieperiode.”
“De Club heeft veel muzikanten die niet uit het dorp komen. Die zijn of gaan bij de start van de bouwvak op vakantie”, vertelt Eendracht-secretaris Barry Wolf. Dat geldt volgens Wolf ook voor de bands die ’s avonds in de zaal spelen. “Het aanbod van bands in de vakantietijd is klein. Het is daarom elk jaar weer lastig om een goede band te vinden. Maar ook een aantal van onze leden geeft de voorkeur aan de vakantie boven het schuttersfeest in deze periode, omdat ze vaak drie weken weg willen en het schuttersfeest er precies tussenin valt.”
Ook schutterij Wilhelmina heeft elk jaar meer moeite om een muziekvereniging te vinden, die haar tijdens het schuttersfeest kan begeleiden. “Dat probleem speelt al wel dertig jaar, maar het kwam altijd weer goed”, laat secretaris Wim Klaassen weten. “Dit jaar lukte het echter pas een week voor het schuttersfeest.”
De twee grootste schutterijen, St. Antonius Nieuw-Dijk en St. Martinus Greffelkamp, kennen die problemen juist niet. “Wij hebben onze ‘eigen’ drumfanfare, die net als de schutterij enorm floreert”, zegt André Peters, secretaris van St. Martinus. “Dat geldt voor ons ook”, vertelt secretaris Jhonny Amting van St. Antonius. “Fanfare DES uit Nieuw-Dijk begeleidt ons muzikaal. We begrijpen dat iedereen graag een eigen muziekvereniging wil tijdens het schuttersfeest, maar we kunnen het probleem ook oplossen door bij de gezamenlijke aubade gebruik te maken van elkaars muziek.”
Gezamenlijk
Ondanks die verschillen is het uitgangspunt van alle zeven schutterijen wel om bij elkaar te blijven. Die traditie bestaat al sinds 1930. De toen nog vijf Didamse schutterijen vieren al sinds dat jaar samen schuttersfeest. In 1931 voegde Sint Isidorus zich hier bij en vanaf 1954 doet ook Wilhelmina mee. Sinds 1962 gebeurt dit op de eerste zondag van de bouwvak.
“We willen hoe dan ook bij elkaar blijven”, laten de zeven secretarissen eenstemmig weten. “Anders breek je het feest af. Zo moet het gezamenlijke defilé op de zondag blijven en is ook de bogenroute onlosmakelijk verbonden aan het samen schuttersfeest vieren. Bovendien houden de vijf Didamse schutterijen op maandagmorgen samen een kerkdienst.”
De enquête wordt woensdagavond verzonden naar ruim 1700 schutters van 16 jaar en ouder. Het invullen van de enquête duurt hooguit vijf minuten. De leden wordt verder onder andere gevraagd op welke dagen ze het schuttersfeest willen vieren. Zoals nu, op de zondag en de maandag, of op de zaterdag en de zondag? “Daarin hoeven we niet per se gezamenlijk op te trekken”, zegt Roel van den Oosterkamp namens schutterij De Heegh. “Als de gezamenlijke aubade maar op de zondag blijft.”