Appende bewoner helpt politie bij tegengaan inbraken en criminaliteit

’s-HEERENBERG – De tijd dat de politie vooral op straat was, is al lang voorbij. Ze heeft er de tijd en de mensen niet meer voor. Wijkagenten doen daarom steeds vaker een beroep op bewoners voor het signaleren van verdachte situaties of personen. “Mensen in de straat kunnen vaak ook beter dan wij beoordelen of iets verdacht is of niet”, vindt Bart Reusink.

Wijkagent Bart Ruesink (foto) nam samen met zijn collega Rinus Kuiling het initiatief voor het ‘1000 ogen-project’ in Montferland. “In wijken waar WhatsApp-groepen actief zijn, is het een stuk rustiger.”
Wijkagent Bart Ruesink (foto) nam samen met zijn collega Rinus Kuiling het initiatief voor het ‘1000 ogen-project’ in Montferland. “In wijken waar WhatsApp-groepen actief zijn, is het een stuk rustiger.”

Ruesink is wijkagent in onder andere ’s-Heerenberg Oost, Lengel en Azewijn. Samen met zijn collega Rinus Kuiling startte hij in februari van dit jaar het ‘1000 ogen-project’ in Montferland. Doel van het project is om samen met de burger woninginbraken en andere criminaliteit in een buurt of wijk tegen te gaan. Via een BuurtWhatsApp waarschuwen bewoners elkaar bij verdachte situaties en zorgen ze er ook voor dat de politie wordt gealarmeerd.

“We hebben toen de wijk- en dorpsraden gevraagd er mee aan de slag te gaan”, vertelt Ruesink. “Het is namelijk niet ons feestje, maar dat van de mensen in de straat. Het kwam toen echter alleen in ’s-Heerenberg van de grond. Daarom hebben wij het in september weer opgepakt en is opnieuw gevraagd of ze mee wilden doen in een WhatsApp-groep. Vorige week hebben we ze uitgenodigd voor een informatieavond. Een aantal mensen is inmiddels zo enthousiast, dat ze al zijn gestart in hun wijk.”

Groep
Het initiatief voor een BuurtWhatsApp wordt genomen door een bewoner. Hij of zij is dan ook de beheerder en nodigt andere buurtbewoners uit om mee te doen. De beheerder stelt bovendien de spelregels op en houdt de groep daar ook aan. “Wij adviseren om niet meer dan vijftig mensen toe te voegen aan de WhatsApp-groep”, zegt Ruesink. “Werk anders met twee groepen, zodat de communicatie niet te lastig wordt.”

Bij een verdachte situatie raadt de wijkagent de bewoners aan te werken volgens de SAAR-methode. Als je iets verdachts signaleert, alarmeer je eerst de politie door 112 te bellen. Vervolgens app je de groep een bericht met een beschrijving van de situatie. Tenslotte reageer je en ga je, als het veilig is, in gesprek met de ‘verdachte’ persoon. Hij weet dan dat hij in de gaten wordt gehouden.

“Vroeger mocht je alleen bij bloed en spoed 112 bellen”, vertelt Ruesink. “Tegenwoordig mag dat echter ook als je iemand op heterdaad betrapt of als iets verdacht is. Luister daarbij vooral naar je eigen onderbuikgevoel. Als mensen 112 bellen, dan rijden we aan met prio 1. Zo zijn we veel sneller ter plekke en kunnen we ook meer doen.”

Voorbeelden
Politie Montferland heeft het ‘1000 ogen-project’ afgekeken van Ede. Daar loopt het al een aantal jaren en heeft het zich inmiddels bewezen. “De criminaliteitscijfers dalen daar zichtbaar. In de wijken waar groepen actief zijn, is het een stuk rustiger”, weet Ruesink. “Maar we hebben ook een mooi voorbeeld dichter bij huis. In Zeddam belde een bewoner onlangs 112 omdat een paar figuren zich bij een auto verdacht gedroegen. Toen wij kwamen, was er nog maar één en die rende hard weg. Uiteindelijk bleken er in de auto spullen te liggen afkomstig van een inbraak in ’s-Heerenberg.”