’s-HEERENBERG – In Montferland worden in oktober twee taalhuizen geopend. De bibliotheken in ’s-Heerenberg en Didam krijgen beiden een ontmoetingsplek voor mensen die laaggeletterd zijn en vrijwilligers die helpen bij het lezen en schrijven. “We beginnen met een leesclub”, zegt wethouder Ingrid Wolsing. “Later worden er wellicht ook taalcursussen aangeboden.”
Laaggeletterdheid is namelijk een groot probleem in Nederland. En niet alleen op oudere leeftijd. In ons land kunnen ruim dertigduizend mensen tussen de 15 en 65 jaar amper lezen en schrijven. “Gemiddeld is één op de negen Nederlanders laaggeletterd en dat gemiddelde geldt naar verwachting ook voor Montferland”, weet Wolsing. “Bij de groep mensen met een bijstandsuitkering is zelfs ongeveer de helft laaggeletterd.”
Om die laaggeletterdheid aan te pakken, worden er naast de taalhuizen in de gemeente verschillende activiteiten ontplooid. Zo deed ze van 7 tot en met 13 september mee aan de Landelijke Week van de Alfabetisering, waarin onder andere een leesmarathon plaatsvond. In dertien horecagelegenheden, het werkcafé van de gemeente Montferland en de bibliotheken lazen vrijwilligers een kort verhaal van Hans Keuper voor. Ingrid Wolsing deed dit donderdagmiddag in woonzorgcentrum en verpleeghuis Gertrudis in ’s-Heerenberg.
Voorleesmarathon
Het verhaal ging over een vakantie in Frankrijk. Door het matige geluid en omdat sommigen tijdens het voorlezen in slaap vielen, kreeg niet iedereen de woorden van de wethouder mee. Toch miste de activiteit haar doel niet. “Met de voorleesmarathon willen we aandacht vragen voor het probleem en dat is afgelopen week gelukt”, vindt Wolsing.
De gemeente gaat ook bij zichzelf te rade om het leesprobleem aan te pakken. Er is bijvoorbeeld een werkgroep samengesteld, die de brieven van de gemeente gaat screenen. “Wij zijn namelijk kampioen in moeilijke brieven schrijven”, zegt Wolsing. “Af en toe zijn ze zelfs voor ons nog lastig te begrijpen. De werkgroep heeft nu de taak om de informatie in de brieven eenvoudiger op te schrijven, zodat ze voor iedereen begrijpelijk worden.”
Verder krijgt onder andere het Sociaal Team een workshop om laaggeletterdheid beter te leren herkennen. Wolsing: “Het Sociaal Team krijgt regelmatig te maken met mensen die moeilijk kunnen lezen en schrijven. Deze mensen doen er vaak alles aan om hun probleem te verbergen, omdat ze zich er voor schamen. Ze geven bijvoorbeeld aan dat ze het formulier thuis wel invullen of dat ze de bril zijn vergeten. Als je dit herkent, kun je ze helpen en wijzen op de mogelijkheden om er wat aan te doen. Bijvoorbeeld in de taalhuizen.”
Taalhuizen
Vrijwilligers voor de taalhuizen worden geworven via het Graafschap College, dat zelf ook taallessen geeft, en vanuit Welcom. “De vrijwilligers bieden laaggeletterden onder andere hulp bij het lezen en het schrijven”, zegt Wolsing. Belangstellenden kunnen voor verdere informatie over de taalhuizen contact opnemen met de bibliotheken in Didam en ’s-Heerenberg.