Orgelgeschut geeft in jubileumvoorstelling Amicitia geheel eigen draai aan de muziek

LOIL – Omdat toneelvereniging Amicitia in haar jubileumjaar een muzikaal blijspel speelt, is de cast voor één keer uitgebreid met een groep muzikanten. Marjo Berentzen en Carl Lankveld, die samen Orgelgeschut vormen, spelen de liedjes en zorgen voor de geluiden. Ze krijgen daarbij ondersteuning van de leden van muziekvereniging Amicitia.

“We spelen zo’n twintig kleine muziekstukjes uit bekende oude Nederlandse nummers”, vertelt Berentzen. “Daarnaast hebben we het openings- en slotlied geschreven. De muziek is niet helemaal onze stijl, haha, dus we treden wel een beetje buiten onze eigen comfortzone. Maar we krijgen van Amicitia alle vrijheid om een eigen draai aan de nummers te geven. Zo krijgen liedjes als ‘Koffi, koffie…’ van Rita Corita en ‘Effe eentje tussendoor’ van Gerard Cox een Orgelgeschut-sausje.”

Sommige muziekstukken worden gespeeld met de muzikanten van Amicitia, maar er zijn ook liedjes waarbij de spelers meezingen. “De meesten hebben wel wat begeleiding nodig”, zegt Berentzen. “Sommigen hebben nog nooit voor publiek gezongen en durven ook niet zo goed. Daar help ik ze dan bij. ’s Maandags ben ik ook vaak bij de repetities om me de voorstelling een beetje eigen te maken.”

Deventer
Lankveld beperkt zich tot nu toe alleen tot het repeteren van de muziekstukken, die hij samen met Berentzen speelt. De drummer moet hiervoor vanuit zijn woonplaats Deventer naar Loil komen en eet dan meestal voor de repetitie mee met het gezin van Berentzen. “Op dit moment oefenen we nog één keer in de twee, drie weken”, vertelt hij. “Dat is goed te doen. Bovendien is de muziek vrij eenvoudig. Maar als de uitvoeringen dichterbij komen, ben ik vast vaker in Loil te vinden.”

Berentzen en Lankveld vormen sinds een paar jaar het duo Orgelgeschut. De twee kenden elkaar al van het Koppiekraufist bij café De Papegaai en de Vrienden van Loil Live. Lankveld: “Ik kwam door een gezamenlijke kennis in Loil terecht, waar ik Marjo ontmoette bij de organisatie van die evenementen. Net voor de tweede coronalockdown kwamen we elkaar weer tegen. Marjo was net gestopt met haar band, waarna we hebben gekeken of we samen iets konden beginnen. Daaruit is Orgelgeschut ontstaan.”

Optredens
De start was veelbelovend. De twee traden op in café Merleyn in Doetinchem en mochten daarna direct hun verhaal doen bij een regionale radiozender. Vervolgens viel echter alles stil. Corona speelde de twee daarbij parten. “Eerst konden we nergens optreden door de epidemie. Toen alles weer openging, kwamen we nergens tussen, omdat alles al was volgeboekt. Ook nu worden er nog geannuleerde optredens ingehaald, dus hebben we helaas nog geen andere boekingen dan Bloesems in de agenda staan.”

Daarbij speelt Orgelgeschut het liefst eigen nummers. “Een coverband heeft een veel breder bereik, omdat iedereen die muziek kent”, weet Berentzen. “Wij spelen wel covers, maar geven ook daar onze eigen draai aan. Het Hammondorgel, waarop ik speel, leent zich daar heel goed voor. Onze muziek is geïnspireerd op de muziek uit de jaren zeventig en dus ook op de te gekke sound van het Hammondorgel.”

Oude instrumenten
Beiden houden van oude instrumenten. Het drumstel, waarop Lankveld speelt, is eveneens een oudje. “Bij de optredens proberen we ook een beetje de sfeer uit de jaren zeventig te creëren”, zegt hij. “Naast het orgel en drumstel staat er meestal een oude schemerlamp en een tafel met een ouderwets tafelkleed op het podium. We willen het publiek eveneens een beetje entertainen. Daarom heb ik onlangs een sample pad aangeschaft, een soort elektronische trommel, waarmee ik allerlei geluidjes kan maken. Die gebruiken we ook tijdens de voorstellingen van Bloesems voor bijvoorbeeld het geluid van een plons in het water en een claxon.”

Dit is voor het publiek tijdens de voorstellingen allemaal te zien. Berentzen: “Edwin van Onna bouwt een speciaal decor, waarbij wij op de verdieping zitten. Zo hebben ook wij contact met het publiek in de zaal. Dat maakt het extra leuk voor zowel ons als de mensen in de kerk. Het wordt daarmee in alle opzichten een bijzondere voorstelling.”