ZEVENAAR/DIDAM – Het worden al zijn derde Paralympische Spelen. Na Londen en Rio is tennistrainer Hans-Jurgen Striek (49) uit Zevenaar vrijdagmiddag vertrokken naar Tokyo. Dit keer als coach van de talentvolle rolstoeltennisser Niels Vink.
Voor de pas 18-jarige speler uit Stiphout bij Helmond worden het zijn eerste Spelen. “Maar hij kan wel direct verrassen”, zegt Striek. “Hij is the new kid on the block en heeft bijna alle toppers al verslagen. Alleen de nummer één van de wereld nog niet, de Australiër Dylan Alcott. Die is nog net een maatje te groot.”
Vink is echter niet geplaatst, dus kan hij direct tegen Alcott loten. Bij een goede loting heeft hij de potentie om ver te komen en behoort hij tot één van de favorieten voor een finaleplaats. “Hij heeft het afgelopen jaar op alle toernooien goed gepresteerd”, vertelt Striek. “Vanwege de coronapandemie zijn alleen veel rankingpunten bevroren, waardoor anderen lang op de punten van 2019 konden teren. Was dat niet gebeurd, dan had hij bij de top drie gehoord en had hij nu een beschermde status.”
Dubbel
In de dubbel heeft hij die status wel en gaat Striek met zijn pupil minimaal voor een medaille. Samen met zijn maatje Sam Schröder (21) staat hij sinds kort tweede op de ranglijst en zijn ze op de Spelen als tweede geplaatst. “We zijn dan ook tevreden als hij in de dubbel om een medaille speelt en in de single zijn niveau haalt. Dan wil niemand graag tegen Niels spelen.”
In 2016 in Rio was Striek zelf al eens succesvol op de Paralympische Spelen. Toen als privécoach van Aniek van Koot uit Dinxperlo, die goud won in de dubbel met Jiske Griffioen en zilver in de single, en Tom Egberink. “Tom had in Rio ook de finale kunnen halen, maar brak kort voor de Spelen zijn duim, waardoor hij kansloos was. In Londen was ik assistent bondscoach en medeverantwoordelijk voor het hele Nederlandse team. Toen zat ik ook in het Olympische dorp.”
Coronaregels
Dit keer zit hij in een hotel op zo’n tweehonderd meter van het tennispark. Dat zijn in Tokyo ook de enige twee plekken waar hij mag komen. “Vanwege de corona zijn de regels streng”, weet Striek. “Dat is jammer. Ik ben als tenniscoach op best veel plekken op de wereld geweest, maar nog nooit in Tokyo. Dit was een mooie kans om ook wat van het land te zien. Maar helaas is het nu alleen het hotel en het tennispark. Over drie jaar zijn de Spelen in Parijs en hopen we weer op meer toeschouwers en een mooiere entourage.”
Maar eerst hoopt hij met Vink te presteren in Tokyo. Vrijdag 27 augustus beginnen voor Vink de eerste Paralympische Spelen, waarbij hij uitkomt in de Quad-categorie. “Je heb bij rolstoeltennis drie categorieën”, legt Striek uit. “De open heren- en open damescategorie, waarin Aniek van Koot en Tom Egberink uitkomen. Bij de Quads zitten spelers met een meervoudige handicap en vooral een beperkte handfunctie.”
Vink staat op dit moment nummer vijf op de wereldranglijst in de Quad-categorie. “Toen we onze samenwerking begonnen, stond hij nummer 36. In drie jaar tijd hebben we samen een mooie sprong gemaakt. Slechts de eerste vier van de wereldranglijst zijn geplaatst in Tokyo, dus zit hij ‘los’ in de loting. Dan kun je de pech hebben dat je direct tegen de nummer één moet.”
US Open
Bij uitschakeling in zowel de single als dubbel, moeten de twee binnen 48 uur het land uit zijn. Dan vliegen ze mogelijk direct door naar New York, waar van 9 tot en met 12 september de US Open plaatsvindt. “Daar hebben we gelukkig wat meer vrijheden en zitten er gelukkig ook weer toeschouwers op de tribune. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat ik hoop dat we zo lang mogelijk in Tokyo blijven.”
Zo is Striek jaarlijks zo’n acht tot tien weken onderweg als trainer en coach van Niels Vink. Hij begeleidt de rolstoeltennisser tijdens de grand slams en enkele superserie toernooien. Daarnaast heeft de Zevenaarder een eigen tennisschool. “We geven tennis- en padelles in Zevenaar, Doetinchem en Didam. De rolstoeltennissers trainer ook op de hardcourtbanen in de hal van Bent Sports in Zevenaar. Qua faciliteiten is dit voor hen een toplocatie.”
Hans-Jurgen Striek met Niels Vink. Eigen foto