’s-HEERENBERG – Onder de titel ‘Groeten uit Montferland’ brengen we deze zomer een aantal verhalen over toeristische trekpleisters in onze gemeente. Veel Nederlanders vieren dit jaar vakantie in eigen land en brengen een bezoek aan deze regio. Woensdagavond liepen we mee met de stadswandeling door ‘s-Heerenberg.
Vrijwilligers van Stadsmuseum Bergh brengen deze zomer met een stadswandeling de historie van ’s-Heerenberg tot leven. Zij vertellen, verkleed als Graaf Willem IV van den Bergh en Maria van Nassau, over de middeleeuwse stad waarvan nog zoveel bewaard is gebleven.
“’s-Heerenberg was een vestingstadje”, vertelt gids Hans Hegman. “Toen de Spanjaarden hier in 1568 bij het begin van de Tachtigjarige Oorlog binnen probeerden te komen, waren ze echter zo in de stad. De vestingwerken stelden niet veel voor. Die waren maar een paar meter hoog, daar klommen ze zo overheen. Daarom hebben de Spanjaarden ze laten staan en zijn ze bewaard gebleven.”
De stadswandelingen worden elke woensdagavond in juli en augustus gehouden. Ze starten om 19.30 uur bij de middeleeuwse maquette van de stad in het museum, waar de bezoekers een korte uitleg krijgen over wat ze onderweg zien. “Het kasteel is nog hetzelfde als destijds”, zegt Hegman. “Het is alleen wat verder uitgebouwd. Het staat in een elfhoek. Wij noemen dat een kleine motte. Toen was er veel water, waar van alles over werd vervoerd. Nu ligt er alleen nog een kleine gracht.”
Toeristen
Elke week sluiten er zo’n vijftien tot achttien mensen aan voor de wandeling. Deze avond lopen er liefst negentien toeristen mee, verdeeld over twee groepen. Ze komen onder andere uit de Zaanstreek, Amersfoort, Rotterdam en Haarlem en zijn voor een korte vakantie in Montferland. Zoals Conny Bijleveld en Ger Tjoelker uit de Zaanstreek.
“Ik ben zo’n veertig jaar geleden als klein kind in het kasteel geweest en wilde het wel weer eens zien”, vertelt hij. “We willen niet vliegen vanwege het coronavirus en hebben daarom voor een vakantie in eigen land gekozen”, vult zij hem aan. “Om iets meer te weten over de plek waar we verblijven, hebben we ons aangemeld voor de stadswandeling. Dan gaat het toch meer leven. Morgen gaan we nog naar het kasteel. We overnachten in hotel De Lantscroon, ook zo’n mooie historische locatie.” Hegman beaamt dat. “De Lantscroon is altijd een herberg en kroeg geweest, al vanaf de vijftiende eeuw.”
Recht spreken
Vanaf het stadsmuseum gaat de wandeling via het oude Raethuys en de Pancratiuskerk, die pas eind negentiende eeuw is gebouwd, over de stadswallen, langs het kasteel en de Boetselaarsburg naar de protestantse kerk, het kerkhof en het grafelijke muntgebouw. “Het oude Raethuys was van de burgerij”, legt Hegman ze uit. “Hier was onder andere een schooltje en een tabaksdrogerij ondergebracht. Ook stond er een brandweerwagentje onder in de kelder en werd er recht gesproken. Een moordenaar werd echter berecht door de graaf in het kasteel. Dat was zijn privilege.”
Zo werd Mechteld ten Ham, één van de laatste vermeende heksen van Nederland berecht door graaf Herman van den Bergh. “Voordat ze ter dood werd veroordeeld, heeft ze lang in dat torentje gevangen gezeten”, wijst Hegman vanaf de stadswal naar het kasteel. “Bij het muntgebouw staat nog een beeldje van Mechteld, gemaakt door kunstenaar Patrick van Beverloo. Ze wijst met een beschuldigende vinger naar het kasteel, waar de graaf woonde, die haar veroordeelde.”
Over de Grafelijke Munt vertelt Hegman dat dit vroeger het muntbedrijf was van de graaf van Bergh en dat er nog steeds munt wordt geslagen. “We hebben nog vier muntmeesters. Normaal slaan die in de zomermaanden elke middag munt, maar in deze coronatijd gebeurt dit nu helaas niet.”
Kasteel
Wel kan er een bezoek worden gebracht aan het kasteel, waar op dit moment een tentoonstelling van het werk van Friedrich Wilhelm Mengelberg te zien is. “Mengelberg heeft ook de Pancratiuskerk ingericht. Hij heeft daarnaast een kunstcollectie opgebouwd, die is aangekocht door Jan Herman van Heek, die tot 1919 eigenaar was van alles wat bij kasteel Huis Bergh hoorde. Toen overleed hij en is hij begraven op het kerkhof naast de protestantse kerk.”
Tenslotte wijst Hegman de wandelaars nog op de openingstijden van Stadsmuseum Bergh. “Als jullie nog even in ’s-Heerenberg zijn, breng dan ook een bezoek aan ons museum. Dat is zeker de moeite waard om nog meer over onze mooie stad te weten te komen.” Het stadsmuseum is deze maanden elke donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag geopend van 12.30 tot 16.30 uur. Reserveren is vanwege het coronavirus wel nodig en kan telefonisch via 06-19981457.
Foto: Hans Hegman vertelt, verkleed als Graaf Willem IV, vanaf de stadswal over de historie van ’s-Heerenberg.