DIDAM – Vanaf 2015 wordt er fors bezuinigd op de hulp in de huishouding. Een korting van ruim veertig procent op het budget voor de huishoudelijke hulp is één van de grootste uitdagingen van de gemeente Montferland bij het doorvoeren van de transities in de zorg.
Dit blijkt uit de drie beleidsplannen waarin richting wordt gegeven aan het jeugdbeleid, de invoering van de Participatiewet en de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning in de gemeente Montferland. De beleidsplannen zijn inmiddels vastgesteld door burgemeester en wethouders en worden in september voorgelegd aan de gemeenteraad.
De beleidsplannen zijn in samenhang geschreven en hebben alle drie dezelfde uitgangspunten. “Het belangrijkste is dat we uitgaan van de eigen kracht, de zelfredzaamheid van de mensen”, zegt verantwoordelijk wethouder Ingrid Wolsing. “Ook gaan we de zorg dichter bij de mensen organiseren. Dat is goedkoper dan veraf. Daartoe zetten we onder andere de sociale teams in, waar vanaf 1 januari vrijwel alle zorgvragen binnenkomen en waarin alle zorgorganisaties zijn vertegenwoordigd.”
Jeugdzorg
Het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt pas een jaar later bij het sociaal team ingevoegd. De transitie in de jeugdzorg is dan ook één van de lastigste taken voor de gemeente. Hierin gaat het meeste geld om. Bovendien weet de gemeente nog niet precies wat er op haar afkomt. “Het gaat hier om kwetsbare jongeren, die we ook in 2015 dezelfde zorg moeten aanbieden”, vindt Wolsing. “Ondanks de kortingen die worden doorgevoerd.”
Bij het vereenvoudigen, efficiënter en effectiever maken van het jeugdstelsel wordt er dan ook nadrukkelijk samengewerkt met zorgaanbieders, welzijnsinstellingen, het onderwijs, Cliënten en de regiogemeenten. Die samenwerking is ook gezocht bij de totstandkoming van de twee andere beleidsplannen.
“Die samenwerking heeft tot nu toe goed gewerkt en blijft ook in de toekomst belangrijk”, weet Wolsing. “Als gemeente zijn wij verantwoordelijk en voeren wij de regie. De uitvoering van de plannen kan echter alleen slagen door fors samen te werken. Daarbij wordt ook een groot beroep gedaan op de maatschappij.” Niet voor niets hebben de beleidsplannen als titel ‘Zorgen doen we met elkaar’.