NIEUW-DIJK – Woensdag, de dag dat het Nederlands elftal in Brazilië de wedstrijd speelde tegen Australië, vond het interview plaatst in zijn geliefde woonplaats Pannerden. Na vooraf genoten te hebben van het prachtige oude Rijnstrangengebied word ik gastvrij onthaald door Herman Ubbink en zijn vrouw Marianne.
Herman Ubbink is vanaf komend seizoen de trainer van VV Sprinkhanen. Met Stem van Montferland kijkt hij alvast vooruit naar zijn nieuwe functie.
Hoe is je eigen voetbalcarrière verlopen?
Vanaf de D pupillen tot de A junioren ben ik bij RKPSC actief geweest, daarna zes jaar Vitesse en zeven jaar bij RKPSC in de hoofdmacht. Toen ik zeventien jaar was verkeerde het eerste elftal in degradatiezorgen en vroeg de trainer aan mijn ouders, zoals dat gebruikelijk was in die tijd, om de laatste twee wedstrijden mee te spelen in het eerste elftal. Ik scoorde in beide wedstrijden en RKPSC degradeerde niet. De talenten waren Vitesse toen nog niet opgevallen en ik kwam daar min of meer bij toeval terecht. Mijn vriend werkte op het belastingkantoor in Arnhem en trapte tussen de middag in de pauze weleens een balletje met collega’s. Een aanwezige trainer van Vitesse volgde het geheel en nodigde mijn vriend uit voor een proeftraining. Deze gaf toen aan nog iemand te kennen die beter was dan hijzelf. En zo kwam ik bij Vitesse terecht. Bij Vitesse begon ik in de A1 en werd dat jaar kampioen en tevens gekozen tot speler van het jaar. Na enige tijd kreeg ik een 4-jarig contract aangeboden. Ik kwam bij de selectie maar kreeg een lang slepende blessure waardoor ik weinig kon spelen. Ook werden beloftes niet nagekomen door de toenmalige trainer Clemens Westerhof die plannen had om mij als laatste man te laten spelen. Enigszins teleurgesteld keerde ik terug naar mijn oude liefde RKPSC waar ik op mijn dertigste vanwege rugproblemen moest stoppen.
Wat is je ervaring als trainer?
Toen ik van Vitesse terugkeerde naar RKPSC ging ik de A1 junioren trainen. Gelijktijdig behaalde ik het diploma oefenmeester C en D en mocht dus vanaf dat moment tot en met de tweede klasse KNVB trainen. Na mijn actieve voetballoopbaan trainde ik de hoofdmacht van RKPSC (2 jaar), OBW (2 jaar), Groessen (3 jaar), SDZZ (4 jaar), Angerlo Vooruit (2 jaar), DVV (1 jaar), OBW (1 jaar), Rijnland (4 jaar), Ulftse Boys (1 jaar), RKPSC (3 jaar) en DVC (4 jaar). In 2011 stopte ik na meer dan 25 jaar als hoofdtrainer. Een jaar later werd ik bij DVC aangesteld om op vrijwillige basis de jeugdtrainingen aan te sturen. Ik maakte tevens wedstrijdanalyses voor het eerste elftal van DVC.
Je had ook een voetbalschool?
Ja, tot drie jaar geleden nog, vijf jaar samen met Eric Mulder uit Pannerden. Er werden twaalf trainingen gegeven voor de winterstop en twaalf na de winterstop. In totaal konden maximaal 40 jongens deelnemen aan de voetbalclinics. De animo was soms erg groot tot in Duitsland toe. Er waren jongens bij die uit Anholt kwamen.
Wat is je mooiste voetbal herinnering?
Toen wij met RKPSC naar de tweede klasse KNVB promoveerden met enkel jongens uit Pannerden.
Wat was je motivatie om toch weer hoofdtrainer te worden bij Sprinkhanen?
Hoewel ik al enkele jaren geen hoofdtrainer meer ben, krijg ik toch elk jaar weer de kriebels als de diverse competities weer begonnen. Toen ik werd gebeld voor deze functie heb ik ook vrijwel direct ‘ja’ gezegd. Ik denk dat de Didamse mentaliteit niet veel verschilt van de Nieuw-Dijkse, dus dat moet goed komen.
Wat voor indruk heb je van de selectie van Sprinkhanen en hoe bereiden jullie je voor op het nieuwe seizoen?
Ik heb onlangs kennis gemaakt met de selectie. Dat ging op een heel prettige en warme manier. Voor de competitie trainen wij driemaal per week en tijdens de competitie tweemaal. Ik probeer tijdens de voorbereiding een analyse te maken hoe in het nieuwe seizoen meer punten kunnen worden behaald dan vorig seizoen. Tijdens de vriendschappelijke wedstrijden test ik de individuele kwaliteiten van iedere speler afzonderlijk (snelheid, doelgerichtheid, spelbepaling, inzicht en de systemen waarin dan het beste gespeeld kan worden). Alles met de bedoeling om hoger te eindigen in de nieuwe competitie.