DIDAM – Archeologen hebben onder het plein voor de Mariakerk bewoningssporen teruggevonden die teruggaan naar de twaalfde eeuw. Deze sporen bevestigen dat in die tijd de dorpskern van Didam is ontstaan. Zo zijn er bij eerdere opgravingen in de kerk ook restanten gevonden van het allereerste houten kerkje uit die tijd.
“Hier kunnen we zien hoe Didam er rond de late Middeleeuwen uit heeft gezien”, zegt Dorien te Kiefte, projectleider archeologie bij archeologisch onderzoeksbureau Raap. “Het is bijzonder dat we uit die periode bewonerssporen aantreffen. Toen hebben hier diverse boerderijen gestaan. We hebben bijvoorbeeld grote afdrukken van houten gebintpalen gevonden, die onderdeel zijn geweest van een boerderij.”
Verder is er uit die tijd veel aardewerk gevonden. Maar ook dierlijk botmateriaal, slacht- en consumptieafval, dat de mensen destijds dumpten. “Verder zie je een brede baan in de grond”, wijst Te Kiefte. “Dat is een greppel geweest. Eenzelfde soort greppel hebben we ook aan de oostzijde van de kerk gevonden. Het is goed mogelijk dat de kerklocatie in die periode was begrenst door een greppel. De vraag is echter welke sporen uit de twaalfde eeuw komen en welke mogelijk jonger zijn.”
Ontwikkeling
Na de twaalfde eeuw is er rond de kerk steeds meer bewoning ontstaan. Er zijn ook restanten van bewoning uit de vijftiende-, zeventiende- en twintigste eeuw aangetroffen. “Aan de hand daarvan kun je heel mooi zien hoe dit gebied zich heeft ontwikkeld”, vertelt Te Kiefte. “Eén van de drie waterputten die we hebben gevonden, komt bijvoorbeeld uit de zeventiende eeuw. Maar er zijn ook sporen van een woning die rond de jaren zestig is gesloopt.”
Ook weten de archeologen door alle onderzoeken, die er de laatste jaren zijn gedaan, dat de begrenzing van het kerkhof precies tussen de kerk en de parkeerplaats lag. Eerder werden er al restanten van het kerkhof rondom de kerk gevonden. Bij andere archeologische onderzoeken elders in het dorp zijn overigens ook eerder sporen van bewoning uit de ijzer- en bronstijd aangetroffen. “In Kerkwijk ging het om restanten van plattelandsbewoning”, zegt Anneke Zonneveld, beleidsmedewerker milieu bij de gemeente Montferland. “Hier gaat het om de eerste dorpse nederzetting.”
Centrumplan
Het archeologisch onderzoek is nodig, omdat het plein en de parkeerplaats in het kader van het Centrumplan Didam worden heringericht. Bovendien heeft het terrein rond de kerk een hoge archeologische waarde. Als er dieper dan dertig centimeter wordt gegraven of het gebied groter is dan honderd vierkante meter, dan moeten de sporen worden vastgelegd.
“Beiden is hier het geval”, vertelt wethouder Oscar van Leeuwen. “Er wordt hier zelfs een stuk dieper gegraven, omdat er onder het nieuwe parkeerterrein een krattenveld wordt aangelegd voor de afvoer van hemelwater. Daar zijn al die zwarte kratjes voor nodig, die nu al staan opgestapeld. Die vormen straks een groot bassin, waarin het hemelwater uit het gebied wordt opgeslagen. Dat water gaat vervolgens niet het riool in, maar geleidelijk terug de grond in.”
De archeologische opgravingen vinden naar verwachting tot en met woensdag plaats. Daarna starten de werkzaamheden aan het plein door aannemer Roelofs.