BEEK – Walter Gerritsen uit Beek wordt de opvolger van Frank Wissink in het nieuwe college van burgemeester en wethouders van Montferland. Gerritsen neemt ook de portefeuille van de afgetreden wethouder over. Net als zijn collega CDA-wethouder Tanja Loeff is Gerritsen 42 jaar oud.
Hoe lang ben je al actief voor het CDA?
“Ik heb vier jaar geleden voor het eerst op de kieslijst gestaan als lijstduwer. Bij de afgelopen verkiezingen stond ik op de lijst met als doel om ook actief iets voor het CDA te gaan betekenen. Daarvoor krijg ik nu ruimschoots de ruimte.”
Heb je bestuurlijke ervaring?
“Op de eerste plaats ben ik melkveehouder in hart en nieren, maar daarnaast heeft het bestuurswerk me altijd getrokken. Zo ben ik bestuurlijk actief geweest in het agrarisch jongerenwerk en daarna bij European Dairy Farmers, een Europese vereniging van melkveehouders en periferie. Ook was ik hoofdbestuurslid en commissaris voor Royal Friesland Foods. Sinds kort ben ik ledenraadslid van AB Oost, bestuurder bij de Beekse tennisvereniging en lid van de Raad van Commissarissen van Rabobank De Liemers.”
Hoe ga je de wethouderspost invullen als opvolger van Frank Wissink?
“Ondanks dat ik mijn vleugels bestuurlijk heb uitgeslagen, is mijn politieke ervaring nog zeer gering. Het is duidelijk dat Frank Wissink veel goed werk heeft gedaan voor de gemeente. Ik neem grotendeels zijn portefeuille over. Dat wil niet zeggen dat ik een tweede Frank ben. Iedereen moet zijn eigen weg vinden en kiezen voor de taak die je wordt toevertrouwd. Zo zal ik ook hier mijn weg vinden. Allereerst neem ik kort de tijd om te kijken hoe de hazen lopen en daarna sla ik op mijn manier de hand aan de ploeg.”
Wat zijn je verwachtingen en doelen voor de komende vier jaar?
“Leefbaarheid is een belangrijk item in onze gemeente. Ik wil hier vanuit de portefeuille Ruimtelijke Ordening ondersteunend aan zijn. Dit wil onder andere zeggen dat we vanuit het zicht op wonen en werken een aantrekkelijke gemeente moeten blijven en kijken wat we nog kunnen verbeteren. Ook de mogelijkheid voor bedrijven om goed te kunnen ondernemen is hierbij essentieel. Ik vertouw erop dat we hier in de komende jaren nog enkele stappen kunnen zetten.”