Sinds de mensheid bestaat zijn er allerlei verleidingen die het de mens moeilijk maakt deze te weerstaan. Voor degene die er in gelooft, is het al begonnen in het paradijs. Adam en Eva leefden daar gelukkig en kenden geen zorgen. Totdat onze lieve heer besloot om een verbod op te leggen voor het eten van het overheerlijke fruit dat in de boomgaard hing. Het schijnt dat zij werd aangemoedigd door een slang, maar het feit blijft dat zij er niet met de vingers van af kon blijven.

Door de eeuwen heen hebben mensen andere mensen verboden om bepaalde dingen te doen of te gebruiken. Door diezelfde eeuwen heen hebben al die verboden niets geholpen. De mens is van nature nieuwsgierig, zoekt spanning en heeft een sterke neiging om juist niet te doen wat van hogerhand wordt opgelegd. Zo onschuldig als een pasgeboren baby is, zal deze, zodra hij zich enigszins kan bewegen, datgene doen wat eigenlijk niet mag. Hier is geen verbod tegen bestand.

In de hele wereld vecht men tegen de drugscriminaliteit. In de sportwereld steekt men heel veel energie in het bestrijden van doping. Miljarden worden uitgegeven om dit alles tegen gegaan. Ondanks al deze inspanningen neemt drugsgebruik toe en doping is simpelweg niet meer uit te bannen. Wanneer gaat bij overheden eindelijk het licht branden en accepteren zij dat de mens nu eenmaal niet anders wil. Als men drugs- en dopinggebruik vrijgeeft, kan men het in ieder geval regulieren en controleren. Dit is veiliger en het wordt uit het criminele circuit gehaald. Het geld wat dan vrijkomt kan dan worden gespendeerd aan zorg en onderwijs. Eigenlijk zou men moeten verbieden om ergens een verbod op te leggen.

‘De gelegenheid maakt iemand niet zwak, maar ze laat wel zien hoe hij is’