De laatste tijd wordt er stevig geprotesteerd door allerlei groepen die van mening zijn dat zij of te weinig verdienen, of de werkdruk te hoog is, of dat zij het niet eens zijn met het beleid van de overheid. Protesten hier, stakingen daar, bijkomend voordeel is dat het zwartenpietenprotest langzaam naar de achtergrond verdwijnt.
Ik ga niet zeggen dat deze mensen geen gelijk hebben of dat zij geen recht hebben om te protesteren. Dat er aan het beleid van de overheid hier en daar iets aan schort en zeker beter kan, dat is een feit. Misschien mogen sommige mensen ook wel eens de hand in eigen boezem steken. Wil men soms niet teveel?!
In de zorg en in het onderwijs is de werkdruk erg hoog. Twee sectoren waarin overwegend vrouwen werken. Deze week stond in de krant dat de werkdruk simpel op te lossen is door de huidige werknemers iets langer te laten werken. Uit dit verslag bleek dat 74 procent van de vrouwen en 28 procent van de mannen in deeltijd werken met minder dan 35 uur en een gemiddelde van 28 uur per week. Als deze mensen iets meer dan een half uur per week meer gaan werken, is het tekort blijkbaar opgelost. Voorwaarde is dan wel dat de condities voor de medewerkers verbeterd moet worden.
Zeker, de maatschappij is veranderd en de mens leeft niet meer zoals vijftig jaar geleden. Het traditionele rollenpatroon is aan het veranderen, maar gaat in een tempo van een dikke slak tegen de heuvel op. Blijft desondanks de vraag of de moderne mens niet teveel wil. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was een 40-urige werkweek heel normaal. Over werkdruk werd nauwelijks gesproken en een burn-out was een zeldzaamheid. Toegegeven, de keuzes waren beperkt, maar men was er niet minder gelukkig om.
‘Laat ons niet zo veeleisend zijn: zij die zich het beste weten aan te passen zijn de handigste’