Eindelijk is het dan zover. Na negen jaar elkaar het leven zuur gemaakt te hebben, de hakken in het zand gezet en onverzettelijke standpunten ingenomen te hebben, zijn de overheid en de vakbonden eruit gekomen. Er is een pensioenstelsel waar iedereen voorlopig mee kan leven. Nou ja, iedereen?! Dat is nog maar de vraag, want men moet nog gaan bakkeleien over enkele uitzonderingen.
Een uitzondering is er al wel gemaakt en dat is dat zware beroepen worden ontzien. Maar wie bepaalt wat een zwaar beroep is en wat zijn eigenlijk zware beroepen. Hebben wij het dan over mensen die fysieke arbeid leveren waarbij het lichaam na veertig jaar hard werken het langzaam gaat begeven. Of hebben wij het over geestelijk zware beroepen, zoals een leerkracht, die jaarlijks een dertigtal eigenwijze pubers in bedwang moet houden. Wat te denken van ondernemers die een grote verantwoordelijkheid dragen ten aanzien van het bedrijf en de medewerkers. Hoe zit het met artsen die zich een slag in de rondte werken om mensen in leven te houden en soms de zware last dragen om mensen te helpen om menswaardig te sterven.
Is het nog wel van deze tijd dat er een ‘sociaal’ collectief systeem bestaat dat mensen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de overheid een bedrag krijgen uitbetaald. Ik weet dat de linkse partijen en de vakbonden zich hier sterk voor maken, maar zou het niet veel beter zijn dat iedereen zelf moet zorgen voor een pensioen en daarmee zelf kan bepalen wanneer men kan stoppen. Ongetwijfeld zullen er dan mensen zijn die tussen wal en schip vallen, maar is het niet vanzelfsprekend zijn dat iedere individu verantwoordelijk is voor haar of zijn eigen leven in plaats er vanuit te gaan dat de overheid wel voor jou zal zorgen.
‘Door hard te werken kan men rust kopen’