Heden ten dage is de Achterhoek een oase van rust. Een weelderige natuur waarin de agrarische sector sterk aanwezig is. Een landschap met leuke dorpen en kleine steden waar het goed toeven is. Een klein paradijsje in het oosten van het land. waar wandelaars en fietsers hun hart kunnen ophalen. Maar voor hoe lang nog?!
De Achterhoek anno 2050. Een verzengende zon schroeit de droge opengebarsten aarde. Hier en daar een schraal boompje of struikje. Beekjes, rivieren en meren zijn veranderd in uitgedroogde beddingen. Bij tijd en wijle waait het woestijnzand hevig op en de bruingebrande bewoners proberen bescherming te zoeken in de deels verlaten dorpen.
Koeien, paarden en schapen hebben plaatsgemaakt voor schorpioenen en ander ongedierte die in hoge temperaturen kunnen overleven. Campings zijn veranderd in tentenkampen waar vluchtelingen, die het gebied niet meer konden verlaten, onderdak hebben gevonden. Artsen zonder grenzen proberen hier en daar enige hulp te bieden. De Randstad heeft inmiddels een muur opgetrokken om de enorme stroom van Achterhoekers te weren.
Althans, zo werd deze week melding gemaakt in de media dat dit het toekomstbeeld wordt van de Achterhoek, mits er niet snel iets aan wordt gedaan. Blijft actie uit, dan is er nog maar een oplossing; de Achterhoek als rampgebied verklaren en simpelweg opgeven. Wat zullen de Montferlanders blij zijn dat zij niet tot de Achterhoek behoren.
‘Wie op tijd gewaarschuwd wordt, is al half gered’