Bergh in het Zadel schenkt 66.000 euro aan Prinses Máxima Centrum

’s-HEERENBERG – De Stichting Bergh in het Zadel heeft donderdag een cheque van 66.000 euro overhandigd aan professor dokter Leendert Looijenga van het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie in Utrecht. Het geld is bedoeld voor zijn onderzoeksproject ‘Behoud van vruchtbaarheid bij jongetjes met kanker vóór de puberteit’.

Door Sjaak Reumer

Dat gebeurde in de tuin van Huis Bergh in ’s-Heerenberg in aanwezigheid van het hele bestuur van de stichting. Gerard Hendriksen van de GolfdagBergh en Hans Bruns van Habru in Doetinchem overhandigden de cheque. Beide organisaties hebben vorig jaar het leeuwendeel van het bedrag bijeen gebracht. Bij de overhandiging was ook Mirjam Mijdema-Hollmann, de weduwe van Rijn Mijdema aanwezig, die voor zijn overlijden nog een aanzienlijke gift aan Bergh in het Zadel deed.

In Nederland wordt jaarlijks bij ongeveer 600 kinderen de diagnose kanker gesteld en op dit moment overlijdt nog steeds één op de vier kinderen aan de ziekte. Het is nog steeds de meest voorkomende doodsoorzaak onder kinderen. Daarnaast hebben veel kinderen die genezen, later in hun leven last van ernstige gevolgen van de behandeling. Daarom hebben kinderen met kanker uiterst gespecialiseerde zorg nodig.

Onderzoeksproject
Professor Looijenga, die het onderzoeksproject leidt, legt uit: “Jongens die voor hun puberteit behandeld worden voor de diagnose kanker kunnen onvruchtbaar worden. Dit door het gebruik van bijvoorbeeld bestraling en chemotherapie. De reden is dat de zaadcellen hier zeer gevoelig voor zijn. In de Internationale richtlijn staat dat als de kans op onvruchtbaarheid hoog is (meer dan 80 procent) deze patiënten zogenaamde cryopreservatie aangeboden moeten krijgen.”

“Dit betekent dat er een stukje van de zaadbal verwijderd wordt voor de start van de behandeling (een relatief kleine ingreep) en bewaard moet worden voor latere terugplaatsing (na de puberteit)”, vervolgt hij zijn verhaal. “Ondanks deze zeer waardevolle richtlijn is er geen informatie beschikbaar wat de beste methode van opwerking en terugplaatsen van het verwijderde weefsel is. Dit beperkt uitermate de toepassing van deze richtlijn. Dit project heeft als doel daar informatie over te verkrijgen.”

Deze benaderingen zijn toepasbaar op de kleine hoeveelheden weefsel waar het onderzoek mee gedaan moet worden. De hoog informatieve technieken hebben echter een prijs, waardoor een extra financiering gerealiseerd moest worden.

Financiering
Het onderzoek onder leiding van professor Looijenga moet de effecten van de gebruikte methoden zeer nauwkeuring in kaart brengen, waardoor er een versnelde verbeterde methode tot stand gebracht kan worden. Per jaar worden 25 tot 30 weefsels geanalyseerd. De kosten per onderdeel zijn 1200 euro per weefsel. Maal vijftig is 60.000 euro plus 6000 euro aan projectmanagement. Bergh in het Zadel heeft zich voor dat bedrag garant gesteld en donderdag een cheque afgegeven.

Vertraging
Het onderzoek heeft door de Coronacrisis vertraging opgelopen. “Twee maanden lang zaten de laboratoria dicht, waardoor we ook geen gegevens door kregen”, zegt Looijenga. “Dat was vooral vervelend voor studenten die bij ons stage liepen. Door het gebrek aan die gegevens moesten ze heel ander werk doen. De achterstand die we daardoor opliepen, halen we wel weer in. Dankzij de schenking van Bergh in het Zadel kunnen we er weer vol tegenaan en hopen we binnen niet al te lange tijd met resultaten te komen.”

De overhandiging van de cheque met v.l.n.r. professor Leendert Looijenga, Mirjam Mijdema, Gerard Hendriksen en Hans Bruns. Foto Robin Sommers