Joep’s beslommeringen: Leefbaarheid

De laatste tijd hoor je veel mensen, organisaties en overheid spreken over leefbaarheid. In algemene zin bedoelen zij dan de leefbaarheid van het dorp of de stad waarin men leeft. De algemene definitie van het woord leefbaarheid is, ‘geschikt om erin of ermee te kunnen leven’. Hiermee wordt aangegeven hoe aantrekkelijk en/of geschikt een gebied of gemeenschap is om erin te wonen en te werken.

Dat dit thema sterk in de belangstelling staat, is begrijpelijk want door de leegstand in verschillende winkelcentra wordt het er in de stad niet gezelliger op. In de dorpen is het al helemaal armoe troef. Basisscholen worden bij bosjes gesloten, dorpswinkels verdwijnen en kerken staan nagenoeg leeg, waarbij het een kwestie van tijd is dat deze laatste door de hoge onderhoudskosten worden afgebroken. Kortom de leefbaarheid in het Hollandse landschap staat erg onder druk.

Ik begrijp best wel dat dit de mensen zorgen baart, maar van de andere kant vind ik het ook wel een beetje hypocriet om enerzijds van de daken te schreeuwen dat de leefbaarheid van de gemeenschap waarin men leeft wordt aangetast, terwijl men anderzijds niet bereid is enkele eurocenten meer te betalen in de dorpswinkel, maar enkele kilometers verderop naar een grote supermarkt gaat om daar de wekelijkse boodschappen te doen. Ook de lokale middenstand wordt danig geschaad, omdat diezelfde mensen van alles en nog wat kopen via internet omdat het daar nu eenmaal goedkoper is. De lokale overheid schreeuwt net zo hard en is zogenaamd enorm gebaat bij een goede leefbaarheid van stad of dorp, terwijl zij tegelijkertijd allerlei werkzaamheden uitbesteden aan bedrijven buiten hun eigen regio, en dat terwijl er voldoende kennis en kunde zit bij bedrijven binnen hun regio.

‘Laat leefbaarheid geen loos populistisch woord zijn, maar een activiteit waar men samen een succes van kan maken.’