Ik had vandaag mijn ergernis willen uiten over het incompetente gedrag van de overheid door de miljarden die zij over de balk gooien omdat zij hun werk niet goed doen. Ik had vandaag mijn verdriet willen uiten over de achterbakse aanslag in Brussel door enkele gestoorde islamieten. Maar mijn hoofd staat er niet na, want Johan is niet meer.
Voor de legendarische nummer 14 uit Amsterdam heeft het laatste fluitsignaal geklonken en hij heeft het speelveld moeten verlaten. Niet dat hij dit wilde, want hij was niet de man die zich liet wegsturen, maar misschien kreeg hij van die andere J.C. een aanbieding, die hij niet kon weigeren en gaat hij in het hiernamaals een wereldelftal samenstellen, met mensen als
Abe Lenstra, Puskas en Eusebio om aldaar de sterren van de hemel te spelen.
Onnavolgbaar waren zijn passeerbewegingen, net zoals zijn uitspraken. Wonderschoon waren zijn goals, net zoals zijn filosofie over het eenvoudige spelletje dat voetbal heet. Zijn tegenstanders dreef hij tot waanzin, net zoals de bestuurders en andere mensen met wie hij werkte, maar altijd bleef hij dezelfde en dat was Johan, de voetballer uit betondorp, de man die zoveel mensen enorm veel plezier heeft bezorgd.
‘Nu ik de bal niet meer hep, heeft een ander hem’.






















