Ik heb enkele vrienden waar ik graag mee speel. Samen lekker door het bos rennen of op het veldje met de bal spelen. Wij proberen elkaar dan de bal af te pakken, maar spelen elkaar de bal nooit toe. In de mensenwereld is dat anders, voornamelijk in de politiek, waar men op bepaalde niveaus voortdurend elkaar de bal toespeelt.
Clemens Cornielje, commissaris in Gelderland, zou niet misstaan als nieuwe spelverdeler van het Nederlands elftal. Hij is de absolute topspeler die met nauwkeurige passes zijn vrienden op het politieke speelveld de bal weet toe te spelen. Ook al hebben deze spelers met enige regelmaat een rode kaart gekregen en hebben zij de meest vreemde capriolen op en buiten het veld uitgehaald, het maakt Clemens niet uit, want iedereen verdiend tenslotte een tweede kans.
Inmiddels weten wij waar dat voortdurend elkaar de bal toespelen toe leidt. Wij doen niet meer mee op het allerhoogste Europese niveau en de kwaliteit van onze spelers dendert met de vaart van een Fyratrein achteruit. Volgevreten zakkenvullende op erebaantjes beluste spelers die, vaak op meerdere speelvelden tegelijk spelen, maar nergens een bal fatsoenlijk kunnen raken. Dankzij de grote spelverdeler krijgen zij voortdurend de gelegenheid om zich te kunnen blijven handhaven.
Nu zal ik de laatste zijn die van mening is dat iemand geen tweede kans verdiend, want op dat punt heeft Clemens gelijk. Spelers op belangrijke posities zullen echter wel de nodige kwaliteiten en ervaring moeten hebben, eerlijk en rechtvaardig moeten zijn en in staat om zich volledig te wijden aan hun taak, zonder dat hun aandacht wordt opgeëist door één van de vele bijbaantjes die spelers op dat niveau vaak hebben.
‘De één maakt carrière door zijn kennis, de andere door zijn kennissen’.






















