Joep’s beslommeringen: Labbekakken

De letterlijke betekenis van het woord ‘Labbekakken’ is bangerd of slapjanus. Hans de Boer, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW, bedoelde eigenlijk dat veel werkelozen een stelletje luie honden zijn. Met deze uitspraak moet ik trouwens ook weer oppassen omdat hieruit kan blijken dat honden van nature lui zijn en dat is zeker niet het geval. Mochten er honden zijn die zich hierdoor aangesproken voelen, bied ik op voorhand al mijn excuses aan.

Ik weet niet of Hans de Boer deze betekenis kende toen hij in de Volkskrant van deze week dit woord gebruikte voor alle werkelozen in Nederland, die volgens hem dus te lui zijn om te gaan werken. Mocht hij even tijd hebben tussen de vele recepties door, moet hij er toch even een woordenboek op naslaan.

Nu zullen er ongetwijfeld enkele mensen zijn die te beroerd zijn om enig werk te verrichten en maar al te graag hun handen ophouden bij de overheid, maar om iedereen over een kam te scheren gaat toch echt iets te ver. Wat te denken van bijvoorbeeld schoolverlaters die niet aan de bak komen, omdat het hun ontbreekt aan enige ervaring. Of aan mensen die de vijftig al ruim zijn gepasseerd en op grond van hun leeftijd nauwelijks nog kansen krijgen. Om nog maar te zwijgen over mensen met een handicap of van een andere dan Nederlandse afkomst.

Neen, als er iemand is die hier geen enkel woord over vuil mag maken, dan is het wel
Hans de Boer, die dankzij zijn bevriende netwerk dit prachtige baantje heeft gekregen waarmee hij een salaris verdiend waar minstens vijfentwintig werkelozen met hun hele gezin een jaar van kunnen leven. Als je dan bedenkt dat hij dit salaris verdient met het aflopen van recepties, hier en daar een vergaderingetje en samen met zijn vriendjes al jaren bezig is geweest om de werkende mens tijdelijke arbeids- en nuluren contracten door de strot te duwen zodat deze nauwelijks kansen hebben om bijvoorbeeld een huis te kopen, dan is deze boer werkelijk de laatste die hier ook maar iets over mag zeggen.

‘Beter is het, geheel blind te zijn, dan een zaak van slechts één kant te zien’.