De afgelopen weken was er op televisie een programma te zien met als titel ‘Typisch Achterhoek’. Vooraf ga je als Achterhoeker natuurlijk al denken, wat is nu typisch Achterhoek? Is het de mooie natuur, de Idyllische dorpen, het prachtige wandel- en fietsgebied of het kamperen bij de boer?! Ongetwijfeld zal de gemoedelijke aard van de Achterhoeker ook nog even worden belicht.
Helaas, al deze aspecten kwamen niet of nauwelijks in beeld. Het programma had een hoog ‘Man bijt hond-gehalte’. Er werden mensen in beeld gebracht die weliswaar typisch waren, maar of die het bepalende gezicht van de Achterhoeker vertegenwoordigen, betwijfel ik. Hiermee werd de Achterhoek weer even terug geslingerd naar de tijd laat in de achttiende eeuw, waar een Zutphense dichter in een gedicht de Achterhoek beschreef als zijnde een achtergebleven gebied met een licht achterlijk karakter.
Deze week gooide De Gelderlander er nog een schepje bovenop door te schrijven dat Achterhoekse jongeren de meeste alcohol tot zich nemen en stevig experimenteren met nieuwe drugs. Zelfs Mexicaanse drugsbaronnen weten de ‘charme’ van de Achterhoek te waarderen.
Door de Achterhoek zo af te schilderen en in beeld te brengen, zal het dan ook niet verbazingwekkend zijn dat de rest van Nederland het idee krijgt dat de Achterhoek meer weg heeft van een open inrichting, waar jongeren laveloos in feestketen hangen en de rest van de bevolking een klap van de molen heeft gehad. Gelukkig weten mensen, die de Achterhoek ooit hebben bezocht, wel beter.
‘Wie de vorm geweld aandoet, beschadigt ook de inhoud’