’s-HEERENBERG – De joodse begraafplaats in ’s-Heerenberg ligt er al jaren troosteloos bij. Het groen is verwilderd, de afrastering vervallen en de graven liggen verscholen tussen de bomen. De laatste begrafenis vond in 1942 plaats, toen slager Izaak Cohen er zijn laatste rustplaats vond. Daarna lijkt er niet veel meer te zijn gebeurd.
Wie niet bekend is met de begraafplaats, die pal achter de brandweerkazerne aan de Zeddamseweg ligt, heeft geen weet van haar bestaan. Dat moet veranderen, vinden de gemeente Montferland, de Heemkundekring Bergh, Huis Bergh en het Nederlands Israëlitische Kerkgenootschap (NIK). Zij willen dit stukje cultuurhistorie weer zichtbaar maken voor ’s-Heerenberg en de verloren Joodse gemeenschap.
“Daarbij willen we zoveel mogelijk rekening houden met de joodse wet- en regelgeving”, zegt wethouder Ruth Mijnen. Dit betekent volgens Eduard Huisman, begraafplaatsenconsul van het NIK, dat er behoorlijk wat bomen moeten worden gekapt. “De begraafplaats moet weer zichtbaar worden gemaakt, in figuurlijke en letterlijke zin”, vertelt hij. “Daarbij moeten de graven zoveel mogelijk onaangeroerd blijven.”
Opperrabbijn
Opperrabbijn Binyomin Jacobs stelde woensdag bij zijn bezoek aan de begraafplaats echter dat de joodse wet niet zo zwart-wit is. “Er is een grijs gebied”, zegt hij. “Mij is niet bekend dat er geen bomen op een joodse begraafplaats mogen zijn. Overhangende takken bij graven van Joden met de naam Cohen, of een afgeleide daarvan, moeten echter wel worden verwijderd.” Cohen is Hebreeuws voor priester. “Het hoeft niet zo te zijn dat daarom alle bomen weg moeten.”
Bij het herstel van de begraafplaats moet er wettelijk wel voor de grafrust worden gewaakt. De stoffelijke resten van de overleden Joden mogen daarbij niet worden aangeroerd. Jacobs: “Als je de wortels van de bomen weghaalt, is dat risico groot. Ook omdat je niet precies weet waar de mensen begraven liggen. Ik hoor dat er in ’s-Heerenberg veel arme Joden woonden. Die hadden waarschijnlijk houten zerken, die inmiddels zijn vergaan. Ik stel dan ook voor om de bomen, die weg moeten, alleen te kappen.”
Lesprogramma
Het idee van de Heemkundekring Bergh (HKB) om de begraafplaats na de opknapbeurt onderdeel te maken van een educatieve stadswandeling en lesprogramma voor de basisschooljeugd wordt door de opperrabbijn met veel enthousiasme ontvangen. “Het is van vitaal belang om de historie van de Joden aan de jeugd over te brengen. Daarmee kunnen we ook wat doen tegen het antisemitisme, dat wereldwijd weer aanwakkert.”
Volgens Frits Frauenfelder van de HKB maakt de begraafplaats een belangrijk deel uit van de joodse geschiedenis in de 18e, 19e en 20e eeuw. “Daarom slaan wij onze handen ineen om de begraafplaats weer een eerbiedig aanzien te geven”, vertelt hij. “Het is onze taak om de cultuurhistorie van de oude gemeente Bergh te behouden. De begraafplaats wordt daarom onderdeel van ons lesprogramma voor de groepen 5 tot en met 8 en van de stadswandeling. Hierin willen we ook aandacht vragen voor de gevolgen van racisme, uitsluiting en vooroordelen. We trekken het dus breder en kijken naar het verleden, heden en de toekomst.”
Ook wil de HKB informatiepanelen plaatsen, waarop wordt teruggekeken op de historie van de joodse inwoners die in ’s-Heerenberg hebben geleefd. De joodse begraafplaats in ‘s-Heerenberg is omstreeks 1752 in gebruik genomen. De 22 hoofdzakelijk rechtopstaande stenen zijn alle gericht naar het oosten. De oudste stenen hebben alleen Hebreeuwse tekst, de latere stenen vaak een Hebreeuwse en een Nederlandse tekst.
Onderhoud
Na de Tweede Wereldoorlog was het voor de resterende joodse gemeenschap in Nederland geen haalbare kaart om hun ongeveer 250 begraafplaatsen goed te onderhouden, ook in de gemeente Bergh niet. In 1954 trok Huis Bergh zich het lot van de begraafplaats aan en sloot een onderhoudsovereenkomst met de Israëlitische gemeente Doetinchem.
De verwachte kosten voor het opknappen van de begraafplaats zijn 41.350 euro. Hieronder vallen onder andere het kappen van de bomen, het aanleggen van looppaden, het vervangen van het hekwerk en het plaatsen van de informatieborden. De kosten moeten worden betaald met diverse subsidies, een bijdrage van het NIK en fondsen. “We willen starten na het broedseizoen”, zegt Mijnen. “Na de opknapbeurt gaat de Rotaryclub Bergh het onderhoud doen.”
Foto: Opperrabbijn Binyomin Jacobs op de joodse begraafplaats in ‘s-Heerenberg, te midden van omwonenden van de begraafplaats.