’s-HEERENBERG – De fijnspar heeft een rampjaar achter de rug. Door droogte en een aantal andere tegenslagen in 2018 zijn bijna alle fijnsparren in Gelderland doodgegaan. Ook in het Bergherbos is de schade groot.
De storm op 18 januari 2018 was de eerste tegenslag. Toen zijn er al gaten ontstaan in de percelen met fijnspar. Na de storm volgde de lange, droge zomer. Iets waar de fijnspar erg gevoelig voor is. Als er in de zomer toch een aantal buien waren gevallen, dan was de schade waarschijnlijk minder groot geweest.
Kevers
Door de droogte nam de vitaliteit van de fijnsparren af, waardoor de sparren vatbaarder werden voor schadelijke kevers als de letterzetter. Dit dier kruipt onder de schors en blokkeert de sapstromen van de boom. Deze kevers gaven de fijnsparren de genadeklap.
“We waren al begonnen met een dunning in een bepaald gedeelte van het bos”, zegt Martin Weijers van Groenbeheer Huis Bergh. “Hier stonden al zoveel dode fijnsparren, dat we ook andere gedeelten in het bos hebben nagekeken. Hieruit bleek dat het grootste deel van de fijnsparren al was aangetast.” Ook Natuurmonumenten heeft in haar deel van het Bergherbos in het najaar al meer dan twaalf hectare aan fijnsparren geruimd.
De schatting is dat in het bosgedeelte grenzend aan ’s-Heerenberg 80 tot 100 procent van alle fijnsparren is aangetast en het loodje heeft gelegd of gaat leggen. “De hoeveelheid wordt vaak in kubieke meters uitgedrukt”, vertelt Weijers. “We verwachten dat hier sprake is van zeker 2000 kubieke meter. De sparren staan zowel in groepen als solitair.”
Ruiming en herplant
Om verdere schade aan het bestand te voorkomen, worden de dode en aangetaste fijnsparren verwijderd. Weijers: “Helaas lukt dit allemaal niet voor 15 maart, de datum dat het broedseizoen officieel van start gaat. Door het opstellen van een goed werkprotocol en veel controle voorkomen we dat er met het oog op het broedseizoen verstoring plaatsvindt.”
Na het ruimen van de fijnsparren plant de stichting Huis Bergh de grote kale oppervlakten weer gedeeltelijk in. “Er wordt nog onderzocht welke boomsoorten we hiervoor gebruiken”, zegt Weijers. “Met het oog op de toekomst worden dat in elk geval bomen die beter bestand zijn tegen klimaatveranderingen, extreme weersomstandigheden en ziekten.”