Archeologische vondsten vertragen bouw De Maalderij

LOIL – De bouw van een appartementencomplex op de locatie van de voormalige Maalderij in Loil heeft opnieuw vertraging opgelopen. Op het terrein zijn archeologische vondsten gedaan. Afgelopen maandag is een groep archeologen gestart met het ontgraven van de bouwput.

De Maalderij werd in december gesloopt. Inmiddels is de bouwput uitgegraven en zitten de boorpalen in de grond. “Toen de bouwput was uitgegraven, bleek dat er archeologische waarnemingen in de bodem aanwezig zijn, die nader onderzoek wettelijk noodzakelijk maken”, vertelt Roy Barthen, die het project begeleidt.

Uit dit onderzoek is gebleken dat de bouwput nog ongeveer 60 centimeter dieper door archeologen moet worden blootgelegd. Ook is er een muurtje gevonden buiten de bouwput, dat mogelijk doorloopt in een nog aan te leggen Infiltratie- en Transportriool. Ook hier wordt verder gegraven om te zien of er met de aanleg geen archeologische waarden worden verstoord.

Op dit moment wordt de bouwput door archeologen laag voor laag ontgraven. De sporen die aan de oppervlakte zijn gevonden dateren uit de zeventiende eeuw. Ook is er een loden pijp aangetroffen, die vermoedelijk onderdeel is van een waterput. Op het terrein is bovendien een afvalput aanwezig met kolengruis, glas en aardewerk uit de late negentiende eeuw en begin twintigste eeuw.

Buurtzorg
Zorgaanbieder Buurtzorg bouwt twaalf zorgappartementen op de locatie van de voormalige Maalderij aan de Wehlseweg in Loil. Zo kunnen Loilenaren met een zorgvraag in de toekomst in hun eigen dorp blijven wonen. Naast de twaalf zorgappartementen komt er in het gebouw ook een gezamenlijk ruimte met een grote keuken, waar de bewoners onder andere samen kunnen eten.

Door de opgravingen loopt de nieuwbouw van de appartementen enige vertraging op. “We verwachten De Maalderije nu in het najaar van 2019 te kunnen opleveren”, zegt Barthen. “Rebo is de verhuurder van de appartementen. Buurtzorg heeft zich als zorgpartij voor de komende vijftien jaar verbonden aan de Maalderij.”