Drie dagen  feesten en verbroederen op Europees Schutterstreffen in Neer

NIEUW-DIJK – Dit weekend trekken honderden schutters vanuit Montferland naar Neer (Leudal) voor het Europees Schutterstreffen (EST). Veruit de meeste Montferlandse schutters, ruim 150, dragen het rood-witte tenue van schutterij St. Antonius uit Nieuw-Dijk. Daarvan bivakkeert een groot deel drie dagen op het scoutingterrein van Stichting Jong Nederland.

Het Diekse gezelschap drie jaar geleden tijdens het Europees Schutterstreffen in Peine.

Hier kamperen alleen al ruim honderd Diekse schutters. “Sinds 2006 bezoeken we met een groep alle Europese Schutterstreffens”, vertelt Jhonny Amting, die de schuttersreis samen met Theo Derksen, Theo Jansen en Ferdinand Baakman (jr) organiseert. Dat doen de vier onder de noemer ‘Europese reizen voor spotprijzen’. “Het verblijf op onze camping kost dan ook maar 80 euro per persoon, inclusief ontbijt en drank en ongeacht hoe lang je blijft”, lacht Baakman.

Het eerste Europese schuttersuitje ging in 2006 naar het Brabantse Bernheze. Toen werden er nog maar twee tenten opgebouwd. Drie jaar later ging de reis naar het Belgische Molenbeersel, gevolgd door Tuchola in Polen (2012), Peine in Duitsland (2015) en nu dus Neer in de Limburgse gemeente Leudal. Hier hebben de schutters uit Nieuw-Dijk de beschikking over een gebouw met zo’n veertig slaapplaatsen, een ontbijtzaal en café. Jansen: “De anderen slapen in tenten, caravans en campers.”

Het Europees Schutterstreffen vindt eens in de drie jaar plaats. Toch werd er vorig jaar ook een ‘Europese’ camping opgebouwd. “Tijdens het Gelders Landjuweel in Oud-Dijk heeft er een grote groep overnacht op onze eigen camping ‘De Bruune Den’ aan de Haaghweg in Nieuw-Dijk”, zegt Amting. “Zo dichtbij hebben we nog nooit gekampeerd. Maar er waren ook Belgische gasten, die we tijdens onze Europese tripjes hebben leren kennen.”

Optocht
In Leudal zijn ook nog zo’n zestig schutters en muzikanten (fanfare DES) uit Nieuw-Dijk, die in hotels overnachten. Daarmee is St. Antonius waarschijnlijk de grootste schutterij, die zondag meeloopt in de optocht door het centrum van Neer. Hier doen in totaal 483 schutterijen en schuttersgilden aan mee uit onder andere Nederland, Duitsland, België, Polen en Oostenrijk.

“Wij starten als nummer 386”, weet Jansen. “Net voor schutterij St. Isidorus Oud-Dijk en schuttersgilde Loil-Vooruit.” Verder zijn er vanuit Montferland ook nog afvaardigingen van schuttersvereniging St. Antonius Lengel, het St. Antoniusgilde ‘s Heerenberg en schutterij De Eendracht Didam in Neer.

“Maar wij vallen meestal het meeste op”, zegt Jansen. “Niet alleen omdat we de grootste zijn, maar ook omdat we als één van de weinige schutterijen rode hesjes dragen. In Duitsland is het bijvoorbeeld bijna allemaal groen en verder zijn er natuurlijk ook veel gildes, die veel meer uitgedost zijn. Het is een kleurrijk geheel met volop folklore.”

Verbroedering
Al die verschillende nationaliteiten en klederdrachten maken het Europese Schutterstreffen volgens Amting ook zo leuk. “Het maakt niet uit waar je vandaan komt, alles hangt aan elkaar. Elke drie jaar kom je weer dezelfde mensen tegen. Het zijn inmiddels allemaal bekenden geworden. Niet voor niets noemen ze het schutterstreffen een feest van verbroedering.”

“Die verbroedering begint al op de camping”, vindt Baakman. “De jongste is 16 en de oudsten zijn de 70 gepasseerd, maar iedereen heeft plezier met elkaar. Op vrijdagavond zetten we samen een boog en er wordt ook altijd geschoten voor de nieuwe campingkoning. Het is een mooi gezelschap, zowel op de camping als op het evenement.” Na het weekend beginnen de vier dan ook alweer met de voorbereidingen voor het EST over drie jaar in het Belgische Deinze.