Deze week is het dan zover. De mensen mogen dan weer voor vier jaar, of minder, hun politieke voorkeur aangeven. Kwetsbare ouderen mochten dit keer eerder hun stem per post uitbrengen, wat natuurlijk weer direct aanleiding gaf voor slecht in de peiling staande politici dit ter discussie te stellen. Maar goed, de rest van Nederland is aan de beurt om een vakje rood te kleuren op de enorme lijst van partijen, die steeds meer op elkaar beginnen te lijken.
Door het enorme aanbod en de kleine onderlinge verschillen, wordt het voor mensen steeds moeilijker om een keuze te maken. Stemwijzers helpen daar ook niet echt bij, want de politieke programma’s van de vele partijen lijken zoveel op elkaar dat je na tien keer een stemwijzer te hebben ingevuld, je heen en weer geslingerd wordt tussen de piratenpartij, Jezus leeft (alhoewel dat laatste zeer twijfelachtig is) en natuurlijk altijd weer die dekselse Henk Krol. Partijen die de kamer niet gaan halen en het dus eigenlijk zinloos is om op te stemmen.
De groep van zwevende kiezers is de laatste jaren zo groot geworden dat je bijna de partij voor zwevende kiezers zou gaan oprichten, uiteraard met een mix van programma’s van alle partijen samen. Succes gegarandeerd met de zekerheid van een absolute meerderheid. Zijn gelijk alle zogenaamde gaten op link en rechts ingevuld en het midden zal ook meer dan tevreden zijn.
Aangezien het tegenwoordig geen donder meer uitmaakt op welke partij je stemt, omdat geen enkele partij haar beloftes kan nakomen, kun je misschien beter stemmen op een persoon die de afgelopen jaren heeft laten zien dat een politicus, tegen het partijbelang, een echte volksvertegenwoordiger kan zijn.
‘Een politieke partij heeft maar twee problemen, hoe komt men aan de macht en wat doet men er mee als men hem heeft’