Onlangs werd er door Oxfam Novib een bericht naar buiten gebracht dat de twee en zestig allerrijksten, samen meer geld hadden dan de helft van de armste bevolking van de wereld. Dat het in de wereld ongelijk verdeeld is, is als sinds het bestaan van de aarde en dat zal ongeacht de goed bedoelde inspanningen van de andere helft van de wereldbevolking, niet veranderen. Wat ook niet zal veranderen is dat degene die het dichtst bij het vuur zitten, zich het beste warmt en degene die het verst daar vanaf staat, het hardste schreeuwt.
In mijn wereld kennen wij dezelfde ongelijke verdeling. Er zijn honden die wegkwijnen in een asiel of zelfs ergens in een bos worden achtergelaten, en er zijn honden die door hun baasje zo worden vertroeteld dat ze niet meer het besef hebben dat ze hond zijn. Ik mag mezelf gelukkig prijzen en vind dat ik een rijk leven heb, maar wat is nu precies rijkdom?
In de mensenwereld wordt rijkdom vaak afgemeten aan de hoeveelheid geld dat iemand heeft en de welstand waarin zij leven, maar wat heb je aan geld als je doodziek bent? Wat heb je aan al die luxe, pracht en praal wanneer je afscheid hebt moeten nemen van die mens, die je het meest dierbaar is. Wie interesseert het nog welke status je hebt als een van jouw kinderen het noodlot treft.
Samen met mijn baasje heb ik het genoegen mogen smaken om de halve wereld over te trekken en heb daarmee de armste bevolking van de wereld leren kennen. Ja, het is waar, zij hadden geen geld en leefden met de dag, maar zij waren gelukkig, terwijl zij niets anders hadden dan een dak boven hun hoofd en de dierbaren om zich heen.
De mens hoeft niet afgunstig te zijn op de rijkdom van anderen, want ook rijken kennen veel leed en meenemen naar het hiernamaals kunnen zij ook niet. Laat de minderbedeelde mens zijn energie maar steken in zijn eigen ontwikkeling en proberen gelukkig te zijn met de eenvoudige rijkdom die voor iedereen binnen handbereik ligt.
‘Een rijk man is vaak niet meer dan een arme donder met veel geld’.






















