Joep’s beslommeringen: Populisme

Populisme komt van het Latijnse ‘Populus’, dat ‘volk’ betekent. Populisten zeggen dan ook dat zij in naam van het volk spreken. Afgelopen week was er in de media weer een sterk staaltje populisme te zien en te horen uit de mond van de nieuwe Amerikaanse president, Donald Trump. Ook onze eigen populist, Geert Wilders, gaf een aardige imitatie weg van een zekere voormalige volksmenner uit Duitsland, misschien niet qua uiterlijk, maar wel in bewoording.

Beide heren spraken in een bevlogen speech over het feit dat de macht weer terug naar het volk moet en eigen volk eerst. Jullie zullen begrijpen dat ik als hond nauwelijks verstand heb van dit soort zaken, maar is het niet zo dat in democratische maatschappij de macht altijd bij het volk gelegen heeft en dat daar vooralsnog niets aan veranderd is?!

Dat dit slechts een instemmende macht is en geen uitvoerende macht, doet aan het feit niets af. Het volk kan normaal gesproken één keer per vier jaar gaan stemmen op de persoon of de partij die als volksvertegenwoordiger mag gaan optreden. Dat een gedeelte van het volk dit niet doet en dat een percentage van degene die het wel gaan doen, zich vaak laten manipuleren door populisten die maar wat roepen en zelden een oplossing hebben voor de problemen waar zij tegen aanschoppen, doet ook aan het feit niets af dat de macht nog altijd bij het volk ligt.

Gespierde taal met weinig inhoudt. Een cadeautje uit eigen zak dus, want het is makkelijk om het volk iets te geven, wat zij al hebben. Populisten spreken niet namens of voor het volk, zij spreken uitsluitend voor zichzelf. Populisten hebben het volk nodig om daar te komen waar zij zelf graag willen staan, maar niet om hun te helpen bij het uitvoeren van de macht, want die hebben zij graag zelf in handen.

Ik wens de Amerikaanse bevolking veel sterkte in de komende vier jaar en ik hoop dat het Nederlandse volk niet in de val trapt waar veel Amerikanen nog een pijnlijk gevoel aan zullen overhouden.

‘Een tong van drie duim, dat is het ijzeren bolwerk van de politicus’