In het maatschappelijke verkeer zijn ze bijna niet meer weg te denken. Overal doemen ze op. In alle kleuren, vormen en maten. Mondkapjes, bedoeld om verspreiding van kleine of grote bolletjes mond en neusvocht tegen te gaan en daar mee beschermd te zijn tegen het zo gevreesde COVID-19-virus, algemeen bekend als corona. In het straatbeeld lijkt het echter of het hier gaat om een nieuw modeverschijnsel.
Ten aanzien van de bescherming zijn de meningen verdeeld. De overheid onder leiding van het RIVM zweert erbij. Vanuit de medische hoek is er behoorlijke twijfel over met name het bij de doorsnee burger in gebruik zijnde gezichtsbedekkinkje. Als absolute leek op dit gebied ga ik beide opvattingen niet in twijfel trekken, wel vraag ik mij af of de gebruiker wel het besef en de kennis heeft hoe zo effectief mogelijk met dit nieuwe gebruiksartikel om te gaan.
Ik zie mensen lopen met niet goed afgesloten mondkapjes. Mensen die hem half onder de neus of onder de kin hebben hangen. In de horeca moet je je het dingetje op bij binnenkomst en naar buitengaan, maar binnen zelf mag het weer af. Mondkapjes die door sommige mensen de hele dag wordt gebruikt en soms misschien wel de hele week. Winkelpersoneel waar de één wel zo’n kapje voor heeft en de ander weer niet. De een grijpt het gevalletje bij het afdoen met beide vingers aan de voorkant vast om het daarna achteloos in de broekzak te stoppen, terwijl de ander deze in horecagelegenheden voor zich op een tafel legt, daarbij niet nadenkend of deze tafel wel of geen besmettingsbron is.
Daar waar de medische deskundigen al sterke twijfels hadden over het beschermende effect bij goed gebruik van het mondkapje, mogen zij na constatering van het vaak achteloze gebruik deze conclusie wel voor waar aannemen. Als deze specialisten gelijk hebben en de mensen gaan er zo mee om, dan is het dragen van een mondkapje slechts voor de bühne. Of zou het toch een modegril zijn?
‘Mensen dwalen allemaal, maar ieder mens doet het anders’