De letterlijke vertaling van inburgering is ‘een specifieke begeleide en doelgericht gestuurde vorm van maatschappelijke integratie’. Eigenlijk is de definitie iets langer, maar daar komt het woord allochtoon in voor en dat mag tegenwoordig niet meer worden gezegd. Wat in de uitgebreide definitie wel naar voren komt, is dat inburgering bedoeld is voor de nieuwkomer, die door middel van een begeleide inburgeringcursus, de gelegenheid krijgt om deel te nemen aan de Nederlandse maatschappij.
Sinds het eerste kabinet Rutten, zijn de inburgeringregels versoepeld en heeft de overheid de verantwoordelijkheid van het inburgeren, neergelegd bij de, laten we gemakshalve nog maar even zeggen, allochtoon. Dan weten wij in ieder geval nog over wie wij het hebben. Dit wil zeggen dat de migrant van niet Nederlandse afkomst, zelf het inburgeren moet regelen en ook betalen. Dat laatste is overigens een dooddoener om de PVV-aanhanger mild te stemmen, want de persoon in kwestie, de allochtoon dus, sluit een lening af voor de cursus inburgeren en als hij of zij het examen niet haalt, moet men deze lening terugbetalen. Bij een succesvol afsluiten van de cursus, wordt dit bedrag kwijtgescholden.
Langzaam begin ik mij overigens af te vragen wie er nu eigenlijk aan het inburgeren is. Ik krijg sterk de indruk dat het juist de traditionele Nederlander is die door de overheid opgeroepen wordt om hier moeite voor te doen en zich aan te passen aan de gewoonten van de mensen die in Nederland een nieuw leven willen opbouwen. Deze indruk had ik al door zwartepietendiscussie en het zwakke optreden van de overheid door criminele allochtonen niet uit te wijzen, maar werd deze week versterkt door de Nederlandse Publieke Omroep, die de boodschap gaf dat de decemberfeesten voor iedereen zijn, in plaats van het gebruikelijk ‘het kerstfeest is voor iedereen’. Misplaatste politieke correctheid dus, waarbij ik mij kan voorstellen dat de traditionele Nederlander zich langzaam gediscrimineerd voelt.
Overigens ben ik er een absolute voorstander van dat alle feesten voor iedereen zijn, maar dat wij moeten accepteren dat niet iedereen op alle feesten wil komen en ik moet accepteren dat ik niet voor ieder feest wordt uitgenodigd.






















