Het is chaos bij de Belastingdienst! Nou, niet alléén bij de Belastingdienst. Het is chaos bij de GGD, het UWV, justitie, de jeugdzorg en niet te vergeten, een complete puinhoop bij het demissionaire kabinet. Eigenlijk kunnen wij wel stellen dat het bij de hele overheid één grote chaos is!
Nu is het gemakkelijk om langs de zijkant met het vingertje te wijzen, maar misschien gaat het helpen als wij proberen een beetje orde in die chaos te scheppen door de problemen te benoemen waarom het bij de overheid zo’n chaos is. Het begint al met de leiding. Op belangrijke posities zitten vaak mensen die met hun luie kont in een grote kruiwagen daar zijn neergezet, terwijl zij nauwelijks capaciteiten hebben om leiding te geven en van de materie geen kaas hebben gegeten. Ook heeft het te maken met mentaliteit. Bij de overheid is er geen werk- en tijdsdruk en zeker geen financiële druk. Deze afwezige componenten zorgen er voor dat het een ‘het zal mij mijn reet roesten’ mentaliteit wordt. Onlangs liet een Gelderse burgemeester weten dat de werkwijze binnen de overheid omslachtig is en het ontbreekt aan passie. Hij legt hiermee de vinger op de zere plek!
De politieke chaos is eenvoudig op te lossen. Partijen fuseren en de kiesdrempel omhoog. Leidinggevende posities zijn ook simpel in te vullen door eindelijk eens afscheid te nemen van de kliek uit het alom bekende netwerk, en mensen aan te trekken die verstand van zaken hebben. Mentaliteitsverandering zal nog een hele klus worden en zal ik in mijn leven waarschijnlijk niet meer meemaken.
De problemen in de jeugdzorg zijn simpelweg een geldkwestie. De overheid moet eens minder geld gaan uitgeven aan advies en onderzoek, waarbij in de meeste gevallen duurbetaalde rapporten in de la verdwijnen. Daarnaast kunnen zij jaarlijks zestien miljard besparen aan samenwerkingen, waarvan men vaak niet meer weet waarom zij samenwerken. Als zij dit geld besteden aan zorg en sociale ondersteuning zal de wereld er ook beter uit gaan zien.
‘Er zijn ambtenaren die denken dat de staat er is om hun een onbekommerd en goed betaald bestaan te garanderen’