De broekriem aanhalen. De tering naar de nering zetten. De hand op de knip houden. Begrippen die aangeven dat je moet bezuinigen. Dat wil zeggen, besparingen doorvoeren op kosten zodat deze niet boven de baten uitstijgen. Verstandige mensen besparen op kosten die zij noodzakelijkerwijs niet hoeven te maken en geen afbreuk doen aan de basis van hun bestaan.
Bij de overheid denken zij daar echter anders over. In hun bezuinigingsdrift zijn ze met een scherp vleesmes geblinddoekt gaan snijden, waarbij iedere vorm van zelfperceptie werd ontweken. Het leger werd uitgehold, het politieapparaat moest inkrimpen en de gezondheidszorg kreeg te maken met Edith, die deze sector wel even tot op het bot zou uitkleden. Allemaal maatregelen waarmee het fundament van de maatschappij ernstig werd aangetast.
Terwijl het essentiële bestaan van de mens in gevaar wordt gebracht, verspilt de overheid miljarden aan niet functionerende ict-projecten, worden er honderden miljoenen uitgegeven aan adviesbureaus, die met bezuinigings- en reorganisatieplannen moeten komen, waarbij later blijkt dat deze niet functioneren. Miljoenen worden verkwanseld aan topmanagers van zorginstellingen en woningbouwverenigingen, die frauderen tot kunst hebben verheven. Daarnaast geven zij ook nog miljoenen uit aan onderzoekcommissies die al die misstanden moeten onderzoeken, waarbij meestal na onderzoek blijkt dat er wel fouten zijn gemaakt, maar geen strafbare feiten zijn gepleegd. Men nagelt nu eenmaal geen vriendje uit het alom bekende netwerk aan de schandpaal.
Als die bezuinigingen nu het gewenste effect zouden hebben, dan zou er nog iets voor te zeggen zijn. Maar door het invoeren van de koude oorlog moet het leger meer investeren dan dat zij ooit hebben gedaan. Het politieapparaat is niet meer in staat om aangiftes op te volgen, dus hebben criminelen vrijspel en in de gezondheidszorg is de werkdruk zo hoog dat de kosten van de fouten die worden gemaakt en het ziekteverzuim van het personeel dermate hoog zijn dat deze de bezuinigingen nagenoeg teniet worden gedaan.
‘Wie koopt wat hij niet nodig heeft, moet het nodige verkopen’






















