‘In Greffelkamp liggen de wortels van de historie van Didam’

DIDAM – Bij zijn wandeling door de historie van Greffelkamp struikelde hij haast over de families Wenting, Peters en Boerstal. Maar ook de Mommen speelden een belangrijke rol in de rijke geschiedenis van de Didamse buurtschap. Lopend langs de vele havezaten en boerderijen, het baggergat en Mariakapelletje nam Theo te Wil de bezoekers voor even mee terug naar het verleden.

In een met ruim tweehonderd bezoekers gevuld schuttersgebouw gaf Theo te Wil zondag een kijkje in de rijke geschiedenis van de buurtschap Greffelkamp. Na afloop werd hij bedankt door Henri Hogervorst, voorzitter van Wijkraad Greffelkamp, die de middag organiseerde.
In een met ruim tweehonderd bezoekers gevuld schuttersgebouw gaf Theo te Wil zondag een kijkje in de rijke geschiedenis van de buurtschap Greffelkamp. Na afloop werd hij bedankt door Henri Hogervorst, voorzitter van Wijkraad Greffelkamp, die de middag organiseerde.

In een tot de nok toe gevuld schuttersgebouw Ons Eigen Ding in Greffelkamp gaf de voorzitter van de Oudheidkundige Vereniging Didam zondag voor het eerst een fotopresentatie over de buurtschap. “Hier liggen de wortels van de historie van Didam”, startte Te Wil zijn betoog. Die moet al voor 1300 zijn begonnen toen Greffelkamp volgens de geschriften nog Grefflichem heette.

Daarbij vielen vooral de vele havezaten op, waarvan er in elk geval zeven in de buurtschap stonden. Zoals havezate de Nevelhorst, waar in 1851 Bernardus (Naad) Peters werd geboren. “Van hem stammen alle Naatjes af”, vertelde Te Wil. “Daar zijn er nog altijd velen van in Greffelkamp. Op boerderij Klein Vrieswijk woont bijvoorbeeld Martin van Harry van Tinus van Naat. Klein Vrieswijk was in 1832 echter eigendom van de rijke boer Boerstal, die nog drie panden in zijn bezit had. Ook de Boerstallen zijn nu nog goed vertegenwoordigd in de buurtschap.”

Verder kwamen er prachtige pentekeningen van onder andere de havezaten De Baerle, Luynhorst en Manhorst voorbij. Te Wil begon zijn ‘wandeling’ echter aan de Tatelaarweg, de grens van de buurtschap aan de Zevenaarse kant. De plek ook waar vroeger de burgemeesters van Didam werden ingehaald, zoals burgemeester Verberk in 1953 en Vlaar in 1963. En waar tot 1942 twee tollenaarshuizen stonden, de Tatelaar en de Kievit.

Nevelhorst
Vervolgens ging de tocht naar het Mariakapelletje aan de Luynhorststraat, dat de Jonge Boeren van Didam in 1947 aan de katholieken in het dorp aanboden. “Heel treffend gebouwd in de vorm van een havezate.” Daarna stond Te Wil uitgebreid stil bij de historie van het baggergat, waar op dit moment zoveel over te doen is.

“Het gat is grotendeels door de Duitsers gegraven. In 1941 was er veel zand nodig voor de autobaan van Düsseldorf naar Den Haag. Dat komt deels uit Didam. De Duitsers gingen destijds over tot onteigening van de gronden in dit deel van Greffelkamp. Daarbij namen ze onder andere bezit van de gronden van de familie Wenting van de Vinkwijk.”

Volle bak zondag in Ons Eigen Ding.
Volle bak zondag in Ons Eigen Ding.

Op een gegeven moment staakten de Duitsers de graafwerkzaamheden. In de jaren vijftig werd het baggergat langzaam omgeturnd tot zwembad en viswater, ’s winters werd er geschaatst. In 1988 was er nog een uitbreiding, waarbij de weiden aan de zijkant werden vergroot. “Het is toch eeuwig zonde als dit prachtige gebied met zo’n historische waarde voor Didam verloren gaat.”

Volkslied
Tenslotte toonde Te Wil nog foto’s van de verschillende verenigingen, waaronder schutterij en drumfanfare St. Martinus, die zondag gastvrouw was. Maar ook van de diverse bedrijven, als het slepersbedrijf van Hent Peters, de smederij aan de Loilderhofweg en Zaal Damen (later Koenders) aan de Greffelkampseweg. De presentatie werd afgesloten met het Greffelkamps volkslied, dat alle aanwezigen uit volle borst meezongen.