’s-HEERENBERG – Voor het eerst organiseerde Agnes Verschuur een concert in zaal De Foyer van Grand Café De Snor, en het werd een groot succes. De prima akoestiek en de artistieke kwaliteit van de Britse folkband ‘Other Roads’ bezorgden een vrijwel volle zaal een schitterende avond, waarvan de opbrengst traditiegetrouw ten goede komt aan Bergh in het Zadel voor de kankerbestrijding.
De toeschouwers waanden zich af en toe in een Irish pub, dan weer in Schotland of ergens anders in Europa. De door fiddler (violist) Gregor Borland uit Schotland en de in Engeland wonende gitaristen, Pete Abbott en David Walmisley gebrachte eigen liedjes vertederen of werken op de lachspieren.
Veel liedjes zijn geschreven door singer-songwriter Dave, die even makkelijk verhaalt over een Fisherman’s huisje in Ierland als over een oude eik die heeft moeten wijken voor een snelweg. In dat laatste liedje, dat in een prachtige close harmony wordt gebracht, klinkt de heimwee vooral door in het refrein ‘Gone’. Bij dat refrein wordt de hulp ingeroepen van de aanwezigen en niet tevergeefs, want veel van de toerschouwers hebben al eerder een concert van ‘Other Roads’ in ’s-Heerenberg meegemaakt en zullen ook aanwezig zijn bij het nu al geplande concert op 7 november 2018.
Bobby
Verrassend ook het liedje over Bobby, een hondje dat na de dood van zijn baasje tien jaar lang dagelijks naar het graf van zijn baasje gaat en daar de wacht houdt. Als eerbetoon kreeg Bobby een standbeeld op een plein in Edinburgh. Aan het slot van deze Schotse ballade verandert de viool qua geluid in een doedelzak, een sterk staaltje muziek van de in een schotse rok getooide Gregor.
Dat het muzikale trio, dat in heel Europa optredens verzorgt, niet vies is van een alcoholische consumptie, blijkt uit het liedje dat verhaalt over de dag na een bezoek aan een Irish pub in Kopenhagen. “Op weg naar ons hotel bewogen de straten”, aldus David, die aansluitend op verzoek ‘Rosemary’s Garden’, een liedje als eerbetoon aan zijn moeder, zingt en de zaal doodstil krijgt.
Dat de drie Nederland een warm hart toedragen, komt naar voren in een liedje over een oud stel in Amsterdam, waarvan de man niet meer al te helder is. Het melancholische liedje wordt afgesloten met een stukje tekst in het Nederlands, hetgeen hen een luid applaus oplevert. Aan het eind van de avond werd het zelfs een staande ovatie als dank voor drie uren prachtige muziek en zang.