DIDAM – Het bestuur van de Gabriëlparochie laat de technische staat van de toren van de Mariakerk in Didam grondig onderzoeken. Na eerdere inspecties bleek al dat het Baumberger zandsteen aan de kerktoren steeds verder afbrokkelt. Er wordt nu bekeken wat de ernst van de situatie is, hoe de schade kan worden hersteld en op welke termijn.
Hendrik-Jan Tolboom van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, specialist op het gebied van natuursteen, voert de inspectie op woensdag 4 september uit. Dit doet hij vanuit een kraan die tot boven de 35 meter hoge toren reikt. “Onze vrees is dat als we niet tijdig ingrijpen het gevaarlijk kan worden”, vertelt gebouwbeheerder Vincent van Vuuren. “Er komen nu af en toe al stukjes zandsteen naar beneden. De Monumentenwacht Gelderland inspecteert de toren jaarlijks vanaf de grond met een verrekijker en zij heeft ook aangegeven dat er wat moet gebeuren.”
Baumberger zandsteen
De laatste grote onderhoudsbeurt aan de Diemse toren, zoals het gebouw in de volksmond heet, vond van 1956 tot 1961 plaats. Toen kwam de kerk weer in handen van de katholieken en leidde de legendarische pastoor Jansen de restauratie. “Dat is gebeurd met Baumberger zandsteen, dat na de Tweede Wereldoorlog voor de restauratie van veel meer kerken is gebruikt”, weet Van Vuuren. “Dit materiaal is echter van slechte kwaliteit. Als we de toren nu restaureren, doen we dat waarschijnlijk met het veel sterkere Bentheimer zandsteen.”
In 2014 en 2017 is de toren ook geïnspecteerd en daarbij zijn er al losse delen van het gebouw afgenomen. Als nu blijkt dat de schade zo groot is, dat herstel noodzakelijk is, wordt het zandsteen vernieuwd. De verwachting is dat dit een klein jaar gaat duren. “We moeten de kerktoren dan helemaal in de steigers zetten. Vervolgens halen we de slechte stukken zandsteen eruit en laten we nieuwe maken, die weer worden teruggezet, zodat het weer honderd jaar meekan.”
Kosten
Dit is echter en behoorlijke investering. “We denken aan ongeveer acht ton”, zegt Van Vuuren. “De provincie Gelderland heeft een aantal subsidieregelingen en de verwachting is dat zij een groot deel mee wil financieren. De Mariakerk is namelijk een Rijksmonument. We willen dan ook de verlichting van het uurwerk in het onderhoud meenemen. Die is ook zestig jaar oud en werkt deels niet meer. Dat is nu nog allemaal gesoldeerd en moet worden vervangen door ledverlichting.”
Als op 4 september blijkt dat groot onderhoud noodzakelijk is, vindt dit pas op zijn vroegst in 2021 of 2022 plaats. Die tijd is nodigt om de financiering en vergunningen te regelen. Ook moet er worden gezocht naar andere geldstromen om de kosten te dekken. “Als blijkt dat de slechte staat van de toren gevaar oplevert, moeten we echter tijdige maatregelen treffen. Dan komen er wellicht netten rond de kerktoren te hangen. Maar dat is nu nog niet aan de orde. Laten we eerste de inspectie begin september maar afwachten.”
Toren
Van Vuuren benadrukt verder dat het bij een eventuele restauratie alleen om de toren gaat. “De kerk is van baksteen gebouwd en in redelijke staat. Er zit ook wat turfsteen aan, maar die is niet kapot en schuren we alleen glad. Het gaat dan ook echt om de voor veel Didammers zo karakteristieke toren en niet om de kerk.” De kerk is wel het oudste deel van het gebouw en dateert van de twaalfde eeuw. De toren werd in de zeventiende eeuw gebouwd.