DIDAM/’s-HEERENBERG – De gemeente Montferland neemt per 1 januari 2018 alsnog de groenploeg over van Laborijn. De medewerkers komen in dienst van de gemeente, waarbij Laborijn de begeleiding blijft uitvoeren.
Na constructief overleg met Laborijn heeft de gemeente ook het voornemen om uit de gemeenschappelijke regeling te treden ingetrokken. Daarmee blijft het voor de ongeveer veertig medewerkers van de groenploeg mogelijk om terug te keren bij Laborijn, mochten ze het werk niet meer kunnen uitvoeren.
“Dit is een goed resultaat voor zowel de mensen van de groenploeg als voor de gemeente”, zegt wethouder Ingrid Wolsing verheugd. “Voor de medewerkers is het belangrijk dat er nu zekerheid is voor de toekomst. Tot 1 januari 2018 blijven ze vanuit Laborijn gedetacheerd bij ons. Dan loopt het contract af en komen ze in dienst van de gemeente.” De overige Montferlandse Wsw’ers blijven wel in dienst van Laborijn.
Op 30 juni 2016 nam de gemeenteraad van Montferland diverse besluiten over de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Er werd onder andere besloten het groenonderhoud in eigen beheer uit te voeren en daarvoor de groenploeg van Laborijn over te nemen. De medewerkers zouden worden ondergebracht in een lokale organisatie.
Aansluitend sprak het college van burgemeester en wethouders uit voornemens te zijn uit de gemeenschappelijke regeling Laborijn te treden en vervolgens de diensten van het werkbedrijf voor de gemeente te regelen via een aparte voorziening. Na diverse gesprekken met Laborijn komt het college daar nu op terug.
Presikhaaf
Vanuit de gemeente Montferland werken er ook nog 59 mensen bij Presikhaaf Bedrijven, waarmee de gemeente een inkooprelatie heeft. Omdat burgemeester en wethouders van Arnhem inmiddels hebben besloten een eigen werkbedrijf op te richten, moeten de overige gemeenten die aan deze gemeenschappelijke regeling deelnemen en Montferland een besluit nemen over de toekomstige positie van de Wsw-werknemers die werkzaam zijn bij Presikhaaf.
“Wij zijn op dit moment met Laborijn in overleg over de mogelijkheden om deze mensen onder te brengen bij Laborijn”, vertelt Wolsing. “Maar dat is nog heel prematuur. Voor deze mensen moeten maatwerkoplossingen worden gevonden. Dat vergt nog wat tijd om die te vinden.”