Eerstelijns zorg stopt na vertrek uit verzorgingshuis in coronacrisis

ZEDDAM – Thea Brakel (97) woonde net drie weken in Sydehem toen het coronavirus uitbrak. Het woonzorgcentrum ging op slot en de 97-jarige moest in quarantaine. Tot verdriet van haar dochters. Zij haalden hun moeder na drie en een halve maand op en namen haar mee naar huis. Met alle gevolgen van dien.

Sinds haar vertrek uit Sydehem krijgt mevrouw Brakel geen eerstelijns zorg meer. Zo kan ze niet naar de huisarts en krijgt ze geen medicijnen meer bij de apotheek. Ook kunnen haar dochters geen thuiszorg voor haar aanvragen. “Haar zorgindicatie (6) is te hoog”, weet dochter Petra Brouwers. “Ze krijgt alleen nog urgente zorg, geen preventieve meer.”

Voor haar verhuizing naar Sydehem woonde mevrouw Brakel nog zelfstandig in Gouda. Omdat ze meer zorg nodig had en niet meer alleen kon wonen, schreef Brouwers haar moeder in voor een kamer in Sydehem. “Ik woon zelf in Zeddam en ze wilde dichter bij haar kinderen wonen, zodat we samen leuke dingen konden gaan doen”, zegt Brouwers. “Mijn moeder is gek op de tuin en het liefst altijd buiten. Daar hebben we hier volop de ruimte voor.”

Zorgindicatie
Om naar Sydehem te kunnen verhuizen had mevrouw Brakel echter wel een hogere zorgindicatie nodig. Door de reuma in haar handen kan ze zich niet zelf meer zelfstandig aankleden en wordt het snijden van het eten ook steeds lastiger. Bovendien heeft de bejaarde dame wat last van haar kortetermijngeheugen, waardoor ze wel eens vergeet om te eten.

“Daarbij dachten we dat het voor moeder veel leuker zou zijn in een verzorgingshuis, waar ze nieuwe contacten op kon doen en haar wereld weer groter werd”, vertelt Brouwers. Het kostte de nodige moeite, maar na een half jaar ging de zorgindicatie van de 92-jarige van 4 naar 6. “En na vier maanden belde Sydehem al op dat er plek was. Dat overviel ons wel een beetje, maar we hebben het toch gedaan, omdat we dachten dat het goed was voor mama.”

Toen na drie weken echter het coronavirus uitbrak en alle verzorgings- en verpleeghuizen grotendeels op slot gingen, hadden de dochters al gauw spijt. Brouwers: “Haar kamer was nog niet eens klaar. Daar heeft ze vijf weken alleen gezeten. We konden alleen maar bellen en elkaar achter glas zien. Terwijl we haar juist naar Zeddam hadden gehaald om dichter bij elkaar te zijn. Dat deed haar en ons ontzettend veel verdriet.”

Minihuisje
Als mevrouw Brakel wel weer naar buiten mag voor een wandelingetje besluiten haar twee dochters haar niet meer terug te brengen naar Sydehem. In eerste instantie neemt haar dochter uit Culemborg haar een tijdje in huis. Inmiddels woont ze bij Brouwers in Zeddam in haar eigen ‘minihuisje’.

“Op 16 juni hebben we haar spullen opgehaald. Dat voelde niet goed, maar door alle maatregelen vonden we het onaanvaardbaar en onmenselijk om haar daar te laten. Sydehem reageerde een beetje verbijsterd. Ze ontraadden ons ook om moeder mee naar huis te nemen en we moesten bovendien tekenen dat de zorg voor ons was. Ook vertelden ze ons dat het moeilijk was om weer een huisarts voor moeder te vinden. Dat namen we echter voor lief, ook omdat ze bij ons wilde blijven.”

Omdat mevrouw Brakel zorgindicatie 6 kreeg en verhuisde van een zelfstandige woning in Gouda naar een zorgcentrum in Zeddam krijgt ze sinds het vertrek uit Sydehem geen eerstelijns zorg meer. En ondanks dat haar dochters werden gewaarschuwd dat het lastig zou worden een nieuwe huisarts te vinden, zijn ze hierover verbijsterd.

“Dat is blijkbaar landelijk beleid”, weet Brouwers inmiddels. “Maar er bestaat toch ook nog zoiets als zorgplicht? Mijn moeder heeft haar leven lang haar premies betaald en doet dat nu nog keurig. Ze krijgt er alleen geen zorg voor terug. Terwijl ze wel haar ‘pufjes’ en oogzalf van de apotheek nodig heeft. De zorg kunnen we best voor haar dragen. Moeder staat nog volop in het leven. Een beetje thuiszorg zou echter fijn zijn, maar ook die kan niks voor ons betekenen, zonder doorverwijzing van een huisarts.”

Rare tijden
Brouwers belde al een aantal huisartsen in de regio, maar kreeg overal nul op het rekest. Ook de zorgverzekering, Sydehem en de wijkverpleegkundige hebben aangegeven niks voor haar te kunnen doen. Ze hebben haar wel verwezen naar een overkoepelend orgaan van huisartsen. “Daar hebben we nu onze hoop op gevestigd. Helaas kijken ze in Nederland alleen naar je indicatie en niet naar de persoon erachter. Het zijn rare tijden, voor iedereen. Dan is het toch logisch dat mensen soms noodsprongen maken. We hadden op iets meer begrip hiervoor gerekend.”

Toch heeft Brouwers nergens spijt van. Haar moeder kan zo weer terug naar Sydehem, maar dat wil ze absoluut niet. “Wie zegt ons dat dat de zorginstellingen niet weer dicht gaan? We hebben moeder naar Zeddam gehaald om haar een beter leven te geven. Er is geen beter leven dan een goed leven. Dat heeft ze bij ons zeker. Daarbij is ze ontzettend lief en gezellig en kost het mijn man en mij ook geen enkele moeite.” En mevrouw Brakel, ze knikt instemmend. “Het is hier een paradijsje. Ik wil hier niet meer weg.”

Foto: Thea Brakel en haar dochter Petra Brouwers in de zo geliefde tuin in Zeddam.