Joep’s beslommeringen: Zwarte Piet

De eerste pepernoten en chocoladeletters liggen al weer in de winkels en de discussie barst weer los. Er is al veel over geschreven, maar toch wil ik mij nog een keer in de discussie werpen. Nu ook kinderombudsvrouw Margite Kalverboer er zich mee is gaan bemoeien, kan ik niet achterblijven. Volgens haar voelen kinderen zich tijdens de Sinterklaastijd meer gediscrimineerd dan in andere tijden. Ik vraag mij af welke kinderen zij heeft geïnterviewd en of zij überhaupt wel kinderen heeft gesproken. Misschien is haar conclusie alleen gebaseerd op enkele ouders die per definitie al zwartkijkers zijn of een zwartgallige inslag hebben.

Volgens mij interesseert het kinderen, die niet meer in Sint en Piet geloven, de hele discussie om de kleur van de knecht van de goedheiligman, geen ene moer. Kinderen die nog wel in Sinterklaas geloven, hebben geen idee wat discrimineren en racisme is.

De kinderombudsvrouw doet een stevige negatieve duit in het strooizakje omdat zij ongetwijfeld een voorstander is van het verdwijnen van Zwarte Piet. Het is trouwens wel vreemd dat de kleur van Piet tot drie jaar geleden nooit een item is geweest en dat geen enkel kind zich tot die tijd gediscrimineerd heeft gevoelt.

De hele discussie gaat er uiteindelijk om hoe de zwarte gemeenschap zich hierbij voelt. In de discussie van deze week hielden twee zwarte mensen een pleidooi voor het verdwijnen van Zwarte Piet omdat men vond dat de knecht van de Sint een vriend moest zijn. Maar waarom zou een zwarte piet geen vriend kunnen zijn. Vreemd dat men de zwarte gemeenschap in het verleden nooit heeft gehoord over het feit dat de Sint wit is en waarom de brave man niet zwart kon zijn. Of zou een zwarte man niet aardig kunnen zijn en cadeautjes kunnen uitdelen.

Uit dit laatste kun je opmaken dat zelfs de zwarte gemeenschap de kleur zwart als negatief ziet. Veel heeft met het gevoel van eigenwaarde te maken, los van kleur en afkomst.

‘Ik ben zwart, doch liefelijk’.