DIDAM – Hij werd in januari 101 jaar, zij in juli 98. Samen zijn Herman en Jet van Londen sinds zondag 75 jaar getrouwd. Het albasten echtpaar leerde elkaar in 1939 op de kermis in het Limburgse kerkdorp Limbricht kennen en bleven elkaar altijd trouw. In 1975 keerden ze terug naar Hermans geboorteplaats Didam, waar ze nog steeds zelfstandig wonen.
“Natuurlijk hebben we wel eens een verschil van mening”, zegt Jet. “Dan ben ik het niet met hem eens. Maar dat komt denk ik in de beste huwelijken voor. Het is een beetje geven en nemen. En lief zijn voor elkaar”, vult Herman zijn vrouw aan. “Ik geef haar nog elke dag een kus voor we ’s avonds naar bed gaan en voor we ’s morgens opstaan.”
Verder moet je volgens het paar ook een beetje geluk hebben om samen zo oud te mogen worden. “We hebben allebei de goede genen meegekregen”, zegt Herman. Al was hij in 2013 wel even bang dat hij zijn vrouw kwijt zou raken. “Dat jaar lag Jet vier keer in het ziekenhuis. De eerste keer kreeg ze een nieuwe heup, dat ging goed. Maar omdat ze haar twee soorten bloedverdunners hadden gegeven, kreeg ze een hele erge darmbloeding. Nadat ze haar zes zakken bloed hadden gegeven, knapte ze gelukkig weer helemaal op.”
Kermis
Door de oorlog kwamen de twee bij elkaar. Herman moest in militaire dienst en werd kort voor de Duitse inval overgeplaatst van Arnhem naar het Limburgse Susteren. Niet veel later moest hij naar Sittard om daar aan de grens wacht te lopen. In Sittard zag hij Jet voor het eerst met een vriendin en ze trok direct zijn aandacht.
“Een paar weken later was het kermis in Limbricht, een kerkdorp in de gemeente Sittard, en zag ik datzelfde meisje in de danszaal. Ik dacht ‘hé, die heb ik eerder gezien’. Ik ben naar haar toegegaan en heb kennisgemaakt. Daarna hebben we gedanst. Ze mocht eigenlijk niet zo laat thuiskomen, maar toen heb ik de band van haar fiets leeg gelaten en heeft ze thuis gezegd dat ze een lekke band had en daarom niet op tijd was.”
Op een gegeven moment vertelde Jet haar moeder toch dat ze een leuke knul had ontmoet. “Hij had toen van dat mooie golvende haar. Moeder zei ‘breng hem maar eens mee’. Gelukkig werd ik goedgekeurd”, lacht Herman. De twee woonden zelfs zes jaar bij de ouders van Jet in. Daarna betrokken ze hun eigen huis in Limburg, waar ook hun oudste dochter Julie werd geboren.
“Na twaalf jaar hebben we Limburg verlaten en zijn we voor mijn werk naar Amsterdam verhuisd”, vertelt Herman. “Daar hebben we elf jaar gewoond en kregen we nog twee zoons. We wilden uit Amsterdam weg, omdat we het niet veilig vonden om daar onze kinderen te laten opgroeien. Ik werkte toen bij de Belastingdienst en kon worden overgeplaatst naar Arnhem. Daar zijn we gebleven tot ik in 1975 met vervroegd pensioen ging.”
Geboortedorp
Herman wilde weer terug naar zijn geboortedorp, waar dochter Julie inmiddels ook woonde. “Gelukkig wilde Jet ook mee. Wethouder Bertus Hageman, een goede kennis van ons, heeft er toen voor gezorgd dat we een huis kregen aan de Korte Spruit. Deze woningen waren bestemd voor het personeel van Volharding, maar deze kwam vrij en was voor ons.”
Hier wonen ze 44 jaar later nog steeds zelfstandig. Met hulp van hun oudste dochter Julie (72). “Zonder haar had dat nooit gekund”, weten ze. “We zijn dan ook hartstikke dankbaar en blij met de mantelzorg die we van haar krijgen. Zo kunnen we samen op ons eigen stekkie blijven wonen.” Foto NieNus Fotografie